Ruimtesonde Rosetta arriveerde vorige week bij zijn eindbestemming: komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. En dat betekent dat het echte werk nu kan gaan beginnen. Rosetta moet op zoek naar een landingsplek en hapt sinds gisteren stof.
Rosetta heeft meer dan zes miljard kilometer moeten afleggen om bij komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko te arriveren. Nu de ruimtesonde daar is aangekomen, is er echter geen tijd om uit te rusten of te acclimatiseren. Er moet gewerkt worden!
Landing
Een eerste prioriteit is het afspeuren van het oppervlak van komeet 67P in de hoop een geschikte landingsplek te vinden voor Philae. Philae bevindt zich aan boord van Rosetta en moet in november van dit jaar op de komeet gaan landen. Rond 22 augustus zal de commissie die op basis van het werk van Rosetta een landingsplek gaat kiezen, voor het eerst bijeen komen. Dan zullen er tot zo’n vijf mogelijke landingsplekken gekozen worden. Ergens in oktober moet dat aantal teruggebracht zijn tot één: dé plek waar Philae voet aan de grond moet zien te krijgen.
Stof happen
Een ander klusje op de to do-lijst van Rosetta is: stof happen. Sinds gisteren is COSIMA actief. Deze massaspectometer verzamelt en analyseert stofdeeltjes die de komeet vrijgeeft. COSIMA moet onder meer de samenstelling van deze deeltjes achterhalen en vaststellen of ze organisch zijn of niet.
En zo worden steeds meer van de elf instrumenten aan boord van de kometenjager actief. Overigens zijn sommige instrumenten al enige maanden aan het werk. Zo kon VIRTUS (Visible & Infrared Thermal Imaging Spectometer) begin deze maand al conclusies trekken over de temperatuur van de kern van Rosetta’s komeet. En zag MIRO (Microwave Instrument for Rosetta Orbiter) in juli al water van de komeet ontsnappen. Nu de afstand tussen de ruimtesonde en de komeet inmiddels minder dan 100 kilometer bedraagt, worden de metingen van deze en andere instrumenten aan boord van Rosetta alleen maar interessanter. Langzaam maar zeker krijgen we een beter beeld van de komeet – een overgebleven bouwblok van het zonnestelsel en soortgenoot van kometen die mogelijk van cruciaal belang waren voor het ontstaan van het leven zoals wij dat kennen.
