Usain Bolt kan zonder dat het hem extra moeite kost nog sneller finishen. Dat concludeert een wiskundige.
Nu heeft die wiskundige in zijn laboratorium natuurlijk gemakkelijk praten. Zie dat wereldrecord van Usain Bolt – 100 meter in 9,58 seconden – maar eens te verbeteren. Toch denkt wiskundige John D. Barrow dat Bolt sneller kan. Het moet mogelijk zijn om al na 9,45 seconden te finishen. En daarvoor hoeft hij niet eens sneller te lopen. Die conclusie baseert hij op de wiskunde, zo is in het blad Significance te lezen.
Hoe?
Maar hoe dan? Daarvoor moeten een aantal maatregelen worden getroffen. Zo stelt Barrow allereerst vast dat Bolt een bijzonder lange reactietijd heeft. Door sneller op het startschot te reageren, zou hij al snel 0,05 seconden van zijn wereldrecord af kunnen halen en dus al na 9,53 seconden kunnen finishen.
Meer
Maar er is meer. Als hij wind mee heeft, kan hij gemakkelijk nog eens 0,05 seconden sneller finishen. Toen Bolt zijn wereldrecord neerzette, had hij wind in de rug. Die wind had een snelheid van 0,9 meter per seconde. Als die wind een snelheid van 2 meter per seconde had gehad (dat is de maximaal toegestane meewind) zou hij in combinatie met een snellere reactietijd al na 9,48 seconden finishen.
De lucht in
En dan moet Bolt voor het goede eigenlijk ook nog eens de lucht in, zo schrijft Barrow. Op grotere hoogte presteren atleten op de korte afstanden namelijk aanzienlijk beter. Atleten mogen maximaal op een hoogte van 1000 meter hun kunstje doen. Zet Bolt daar neer en hij kan met een beetje hulp van die hoogte nog eens 0,03 seconden van zijn wereldrecord afhalen.
De onderzoekers willen met hun studie aantonen dat sporters en trainers gebaat kunnen zijn bij de wiskunde. Maar één groot vraagstuk blijft ook na deze studie onopgelost: wat is nu de maximumsnelheid van ons mensen? Wetenschappers zijn al lang op zoek naar een antwoord. Even dachten ze het gevonden te hebben, maar Bolt verpletterde die maximumsnelheid in 2008 toen hij zijn wereldrecord op de 100 meter neerzette. En dus blijft de vraag: hoe hard kan de snelste mens als alles (ook op wiskundig gebied) meezit nu precies lopen? Want berekenen is één, doen is een tweede!
