Als je vandaag met een vijf maanden oude baby speelt, kan die baby dat zich morgen dan nog herinneren? Onderzoek toont aan dat de kans dat de baby zich nog iets van de vorige dag herinnert groter is als er sprake was van vrolijkheid.
De onderzoekers verzamelden een aantal baby’s en zetten ze voor een scherm. Op dat scherm verscheen een persoon die tegen de baby begon te spreken. Dat deed die persoon met een blije, neutrale of boze stem. Direct nadat de baby aan één van deze emoties was blootgesteld, verscheen op het scherm een geometrische vorm.
Vijf minuten en een dag later testten de onderzoekers het geheugen van de baby’s. Dat deden ze door de baby’s twee vormen te presenteren: een nieuwe vorm en de vorm die ze de dag ervoor al gezien hadden. De onderzoekers registreerden hoelang de baby’s naar de vormen keken om te achterhalen of de baby’s de vormen herkenden. Uit het onderzoek bleek dat baby’s zich de vorm aanzienlijk beter konden herinneren als ze deze de dag ervoor gezien hadden nadat een vrolijke stem had geklonken of een vrolijk gezicht was verschenen.
“Wat er volgens ons gebeurt is dat de positieve affectie de baby oplettender en opgewondener maakt,” vertelt onderzoeker Ross Flom. “En doordat die systemen meer activiteit vertonen, vergroten we hun vermogen om dit geometrische patroon te verwerken en zich misschien te herinneren.”
