‘Vloeken is niet het resultaat van een beperkte vocabulaire’

vloek

Nieuw onderzoek veegt het idee dat vloeken het resultaat is van een gebrek aan woorden, van tafel.

Waarom vloeken mensen? Vaak wordt gedacht dat grof taalgebruik gebruikt wordt door mensen die op dat moment geen betere woorden kunnen vinden om zichzelf uit te drukken. Kortom: vloeken zou het resultaat zijn van een gebrek aan woorden oftewel een te beperkte vocabulaire. Maar is dat wel zo?

Experiment
Twee wetenschappers toetsten die hypothese. Ze zetten daarop een aantal experimenten op. Zo verzamelden ze een aantal proefpersonen en lieten ze in korte tijd zoveel mogelijk vloeken en scheldwoorden zeggen. Vervolgens moesten de proefpersonen in korte tijd ook zoveel mogelijk ‘gewone’ woorden opnoemen, bijvoorbeeld namen van dieren. Gemiddeld konden mensen in een minuut tijd zo’n negen vloeken en scheldwoorden ophalen. In datzelfde tijdsbestek wisten ze 22 namen van dieren op te halen.

Vocabulaire
Uit het onderzoek blijkt dat mensen die in korte tijd heel veel vloeken en scheldwoorden konden bedenken, doorgaans in korte tijd ook heel veel ‘gewone’ woorden konden ophalen. Het suggereert dat er niks mis is met de vocabulaire van mensen die veel scheldwoorden en vloeken kennen. “In staat zijn om taboe-taal te genereren, wijst niet op een gebrek aan woorden,” zo stellen de onderzoekers in hun paper.

“Het is een veelgehoorde aanname dat mensen die veel vloeken of schelden, lui zijn, een beperkte vocabulaire hebben, geen opleiding hebben gehad of zich simpelweg niet kunnen beheersen,” stellen de onderzoekers. Die beperkte vocabulaire is door dit onderzoek echter niet langer een excuus voor een geuite vloek of scheldwoord.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd