Vruchtbaarheidsbehandeling is lang niet altijd nodig

Koppels die een kinderwens hebben, maar verminderd vruchtbaar zijn, nemen vaak hun toevlucht tot vruchtbaarheidsbehandelingen. Na enige tijd wordt 72 procent van deze koppels toch de trotse ouders van een kindje. Opvallend genoeg wordt de helft van die koppels uiteindelijk echter op natuurlijke wijze zwanger. Dat blijkt uit onderzoek onder stelletjes met vruchtbaarheidsproblemen.

IVF werd in 1978 geïntroduceerd, maar er werd eigenlijk nooit systematisch onderzoek gedaan naar hoe het paren met een vruchtbaarheidspoging vergaat. Worden de meesten toch op natuurlijke wijze zwanger of hoort IVF of ICSI alle credits te krijgen? Onderzoeker Monique Brandes besloot dat uit te zoeken.

Vruchtbaarheidsprobleem
Ze volgde ongeveer 2500 Nederlandse stellen die met vruchtbaarheidsproblemen aanklopten in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, het Sint Elizabethziekenhuis of het UMC St Radboud. Er is sprake van een vruchtbaarheidsprobleem als een stel een jaar onbeschermde seks heeft gehad en dat niet heeft geresulteerd in een zwangerschap. Het onderzoek van Brandes leverde verrassende resultaten op.

Natuurlijk
Brandes keek niet alleen naar de gegevens die het ziekenhuis had, maar deed ook navraag bij de stelletjes zelf. Uit dat onderzoek bleek dat zo’n 72 procent van alle stellen met vruchtbaarheidsproblemen uiteindelijk toch zwanger raakt. De helft van deze zwangerschappen kwam voort uit een vruchtbaarheidsbehandeling (bijvoorbeeld IVF). De rest van de zwangerschappen ontstond op natuurlijke wijze. Volgens Brandes houden artsen met dat laatste al rekening als jonge stellen zich met vruchtbaarheidsproblemen melden. Deze stelletjes krijgen vaak het advies om een behandeling nog even uit te stellen en het eerst op natuurlijke wijze te proberen.

Endometriose
Van de paren die aan een vruchtbaarheidsbehandeling begonnen, werd zestig procent uiteindelijk zwanger. Stellen die door problemen met de eileiders, endometriose of slecht zaad niet zwanger konden worden, bleken met name baat te hebben bij IVF of ICSI. Stellen met een ovulatiestoornis of een onbekend vruchtbaarheidsprobleem hadden minder baat bij IVF: zij hadden zonder vruchtbaarheidsbehandeling ook een grote kans om zwanger te worden.

De helft van de mensen die de vruchtbaarheidsbehandeling stopzetten, doet dit zodra bekend is wat het probleem is. Het grootste deel van de stellen die niet zwanger zijn geworden, is vroegtijdig met de behandeling gestopt. Emotionele belasting en een slechte prognose zijn de belangrijkste redenen om de behandeling stop te zetten.

Bronmateriaal

Persbericht UMC St Radboud

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd