Waarom zijn de meeste terroristen afgestudeerd?

 PSYCHOLOGIE  Umar Farouk Abdulmutallab gaat de geschiedenisboeken in als de man die op eerste kerstdag 2009 een vliegtuig probeerde op te blazen. Maar natuurlijk is de Nigeriaan meer dan dat. Alumnus bijvoorbeeld. Hij studeerde netjes af als technicus aan de universiteit in Londen.

En Abdulmutallab is niet de enige. Ook de mannen achter de aanslagen op 11 september: Khalid Sheikh Mohammed en Mohamed Atta zijn beiden afgestudeerd in de techniek. Datzelfde geldt voor de man achter de explosie in de nachtclub van Bali: Imam Samudra. Dat kan haast geen toeval zijn.

Diego Gambetta en Steffen Hertog analyseerden de gegevens van 284 jihadisten en ontdekten dat 69 procent van hen op de universiteit had gezeten. Daarmee is Al-Qaida beter opgeleid dan bijvoorbeeld de gemiddelde werkende Brit. Van de studerende jihadisten had ongeveer 44 procent een technische studie gevolgd. 19 procent volgde een islamitische studie.

Maar waarom? Het lijkt misschien voor de hand liggend: oog voor techniek is handig als er explosieven geproduceerd moeten worden. Maar dat lijkt niet de juiste verklaring. De bommen van terroristen zijn vaak simpel te maken; een technische studie aan een universiteit lijkt daarvoor onnodig.

Het is te kort door de bocht om te stellen dat technische studies heel populair zijn in ontwikkelingslanden. Ook moslims in het westen studeren graag af in de techniek. Het lijkt meer te doen te hebben met de economie en de daaruit voortvloeiende frustratie. Jongeren vermoeden dat in de techniek wel een baan te vinden valt en starten een technische studie. En natuurlijk is er wel werkgelegenheid in de techniek, maar niet zozeer op academisch niveau. Frustratie en het idee niet begrepen of niet gewaardeerd te worden zijn vervolgens goede voedingsbodems voor radicalisering.

Gambetta en Hertog vroegen de Amerikaanse technische studenten in een grootschalig onderzoek hun overtuiging te omschrijven. Bijna de helft noemde zichzelf rechts en religieus. In andere faculteiten was dit aantal veel kleiner. Hierbij dient de voetnoot geplaatst te worden dat geloof en conservatief zijn in Kansas wellicht iets heel anders betekent dan in een islamitisch land, maar de onderzoeksresultaten zijn er niet minder boeiend om. De hokjes en vakjestheorie schiet opnieuw tekort. Verklaringen voor wat er in een mensenhoofd om kan gaan als woede, verdriet, frustratie en allerlei andere emoties over elkaar heen buitelen, lijken niet te bestaan.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd