Waarom hebben zoetstoffen een E-nummer?

In steeds meer producten duiken ze op: zoetstoffen. En meestal worden ze aangeduid met een E-nummer. Maar wat betekent dat nu eigenlijk?

Zoetstoffen zitten in tal van producten. Je vindt ze bijvoorbeeld in light dranken, maar ook in suikervrije ontbijtkoek. Hoewel deze producten in toenemende mate hun weg weten te vinden naar het boodschappenkarretje van de consument, zijn de zoetstoffen die erin zitten niet onomstreden. Wie wat rondneust op het internet komt de wildste verhalen tegen. Ze zouden dik maken, ongezond zijn en/of de bloedsuikerspiegel verhogen. Wat ook niet helpt, is dat de meeste zoetstoffen met E-nummers worden aangeduid. En die E-nummers: tja, die hebben door de jaren heen toch onterecht een beetje imagoschade opgelopen. Mensen zijn ze op een gegeven moment als chemische toevoegingen gaan zien en dat idee is een geheel eigen leven gaan leiden, zo kon je eerder al op Scientias.nl lezen.

Pak er de volgende keer dat iemand begint over het gevaar der e-nummers eens een banaan bij. Die staat letterlijk bol van de e-nummers namelijk! Hij herbergt kaliumsulfaat (E515), ascorbinezuur (E300) en pectine (E440), maar ook de kleurstoffen riboflavine (E101) en bètacaroteen (E160a) en smaakstoffen zoals ethanol (E1510). Afbeelding: jgzelaya / Pixabay.
Wetenschappelijk onderzoek
Geheel onterecht. Want E-nummers zijn zonder enige twijfel de meest onderzochte en meest veilige componenten in ons voedsel. Ze zijn in 1979 door de Europese Unie in het leven geroepen en worden toegekend aan ‘voedingsadditieven’: stofjes die aan het voedsel worden toegevoegd om bijvoorbeeld de smaak of houdbaarheid te verbeteren. Maar een stof krijgt niet zomaar een E-nummer. Daar gaat eerst jaren van onderzoek – uitgevoerd door wetenschappers van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid – aan vooraf. En pas als na een uitgebreide reeks veiligheidstesten blijkt dat een stof onschadelijk is, krijgt deze een E-nummer. En mochten er daarna nieuwe onderzoeken verschijnen die de veiligheid van een stof in twijfel trekken, doet de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid weer onderzoek. “Een E-nummer betekent dus dat de stof veilig is voor de gezondheid,” zo concludeert het Voedingscentrum.

Veilig
Een zoetstof die met een E-nummer wordt aangeduid, hoef je dus niet argwanend te beschouwen. Want dat E-nummer geeft in feite alleen maar aan dat de zoetstof – wetenschappelijk bewezen – veilig is. Het maakt daarbij niet uit of een zoetstof een natuurlijke oorsprong heeft of niet (zie kader hieronder). “Alle zoetstoffen worden onderworpen aan dezelfde Europese evaluatieprocedures voor veiligheid voordat ze op de markt komen,” aldus toxicoloog Jan Tytgat, verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Zoetstoffen worden op verschillende manieren verkregen. Zo wordt de bekende zoetstof stevia (stevioglycosiden, E960) gewonnen uit het blad van de steviaplant. Terwijl zoetstoffen als aspartaam (E951), cyclamaat (E952) en sacharine (E954) niet in de natuur voorkomen.
Broodje aspartaam

Columnist Cees Mulder schreef ooit over het ‘broodje aspartaam‘. “Aspartaam wordt gemaakt door twee van deze aminozuren aan elkaar te koppelen: asparaginezuur en fenylalanine. Asparaginezuur zit van nature in bijvoorbeeld spruitjes, fenylalanine zit in pinda’s. In het lichaam worden deze twee aminozuren verteerd en opgenomen zoals het lichaam elk ander eiwit verwerkt.” Mensen denken dat aspartaam schadelijk is voor het lichaam, maar dat is dus niet zo. “Bij de afbraak ontstaat een klein beetje methanol. Dat is op zich niet erg. Methanol zit van nature ook in groente en fruit. Door een fles cola light te drinken krijg je ongeveer net zoveel methanol binnen als tijdens het eten van een appeltje. Of door het drinken van een glas sinaasappelsap.”

Dat E-nummers en dus ook de zoetstoffen nog steeds door veel mensen argwanend worden gade geslaan, is dus onterecht. En daarmee een gemiste kans in een tijd waarin veel mensen kampen met overgewicht. Want zoetstoffen bevatten geen of weinig calorieën. En als ze al calorieën bevatten, dan is die hoeveelheid vaak verwaarloosbaar, omdat voor het maken van een gezoet product maar relatief weinig zoetstof nodig is (zoetstoffen zijn namelijk vele honderden keren zoeter dan suiker). Het betekent heel concreet dat het inruilen van met suiker gezoete producten voor met zoetstoffen gezoete producten de calorie-inname behoorlijk kan beperken: zo bevat een blikje light cola bijvoorbeeld 135 kilocalorieën minder dan dezelfde hoeveelheid ‘gewone’ cola.

Zijn zoetstoffen dan het wondermiddel waarmee je moeiteloos op gewicht blijft of gemakkelijk enkele overtollige kilo’s en daarmee geassocieerde gezondheidsrisico’s van je afschudt? Zeker niet. Maar ze kunnen daar – in combinatie met een gezond en gevarieerd dieet en voldoende beweging – wel bij helpen.

Het komende jaar verschijnen er verschillende artikelen op Scientias.nl om bezoekers te informeren over zoetstoffen. Wat zijn waarheden en wat zijn misvattingen over zoetstoffen? We kijken naar wetenschappelijk onderzoek en horen wat wetenschappers over zoetstoffen zeggen. Deze artikelen kunnen wij publiceren dankzij ondersteuning van Kenniscentrum Zoetstoffen. De inhoud van deze artikelen wordt volledig bepaald door de redactie van Scientias.nl.

Bronmateriaal

-

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd