‘We hebben geluk dat rond 1750 al veel CO2 in de lucht zat’

Klimaatverandering is een groot probleem, maar het had nog veel groter kunnen zijn, zo blijkt uit nieuw onderzoek.

Het onderzoek wijst erop dat de atmosfeer voordat mensen broeikasgassen in de lucht gingen pompen van nature al heel veel koolstofdioxide bevatte. Hierdoor waren de door mensen aangebrachte veranderingen in de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer heel lang relatief klein. Heel anders was het geweest als er van nature heel weinig CO2 in de atmosfeer had gezeten. Dan waren de effecten van de door mensen uitgestoten broeikasgassen al veel eerder – in een tijd waarin de mensheid nog niet de kennis had om er iets tegen te doen – merkbaar geweest.

278 ppm
Dat schrijft onderzoeker David Archer van de universiteit van Chicago in het blad Climatic Change. Hij legt uit dat concentratie koolstofdioxide uitgedrukt wordt in parts per million (ppm, deeltjes per miljoen). Uit de geschiedenis weten we dat de koolstofconcentratie in de atmosfeer van nature varieert en tussen de 180 en 260 ppm ligt. Metingen wijzen nu uit dat de concentratie CO2 in de atmosfeer rond 1750 – dus voor de industrialisering – al rond de 278 ppm lag.

“Als er maar een tiende van die oorspronkelijke concentratie in de lucht had gezeten, zouden de effecten van klimaatverandering die we nu zien al in het jaar 1900 hebben plaatsgevonden”

1900
“Als de oorspronkelijke koolstofdioxideconcentratie de helft minder was geweest, zouden we nu waarschijnlijk het klimaat ervaren dat rond het jaar 2050 wordt verwacht,” vertelt Archer. “Als er maar een tiende van die oorspronkelijke concentratie in de lucht had gezeten, zouden de effecten van klimaatverandering die we nu zien al in het jaar 1900 hebben plaatsgevonden.”

Kennis
En dat zou een serieus probleem zijn geweest, omdat klimaatverandering in die tijd een nog grotere uitdaging zou zijn geweest dan tegenwoordig. “Als de natuurlijke concentratie een factor twee of meer lager was geweest, zouden de effecten van onze uitstoot zo’n vijftig jaar eerder of zelfs nog vroeger voelbaar zijn geweest en daarmee zou het een nog grotere uitdaging hebben gevormd voor de ontwikkelende samenleving om het fenomeen dat antropogene klimaatverandering heet tijdig te begrijpen en tegen te gaan.” De eerste ideeën over het broeikaseffect stammen uit 1827, rond 1896 werd er voor het eerst voorspeld dat het klimaat gevoelig was voor CO2. Maar pas nadat de computer het levenslicht zag, kregen onderzoekers werkelijk inzicht in hoe het gebruik van fossiele brandstoffen het klimaat beïnvloedde. Rond de jaren zeventig resulteerde dat onderzoek in de eerste publieke waarschuwingen.

Klimaatverandering is anno 2016 een fenomeen waar vele beleidsmakers zich het hoofd over breken. Dit nieuwe onderzoek – dat stelt dat het allemaal veel erger had gekund – is dan ook een schrale troost.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd