West-Antarctische ijskap groeide recent doordat ‘ie kromp

Maar verwacht niet dat dit feedback-proces ons nu gaat redden.

Zo’n 20.000 jaar geleden bereikte de laatste ijstijd een hoogtepunt. Vanaf dat moment begon de aarde langzaam op te warmen. Geen wonder dat onderzoekers aannemen dat de ijskappen nabij de polen al zo’n 20.000 jaar op rij aan het krimpen zijn. Maar een nieuw onderzoek in het blad Nature zet die aanname op losse schroeven. Onderzoekers hebben namelijk bewijs gevonden dat de West-Antarctische ijskap zo’n 10.000 jaar geleden na een periode van krimp opeens weer begon te groeien.

Smelt
De onderzoekers deden hun ontdekking tijdens onderzoek op de West-Antarctische ijskap, nabij de Weddellzee. Ze sleepten een radarsysteem over het ijs en ontdekten iets vreemds op de plek waar de ijskap de grond raakt. Er zaten allerlei scheuren in die bovendien dwars door de verschillende ijslagen liepen. “Het was bizar,” vertelt onderzoeker Jonathan Kingslake. “We hadden zulke structuren nog nooit gezien nabij de basis van de ijskap.” Vervolgonderzoek wees uit dat er in het gebied nog veel meer van deze vreemde structuren te vinden waren en dat deze eigenlijk maar op één manier te verklaren waren: door een snelle smelt, die ontstond doordat het ijs in contact stond met de oceaan. Maar dat kon toch eigenlijk niet?

Leven onder de ijskap
Terwijl de onderzoekers zich daar het hoofd over braken, werd aan de andere kant van het continent ook een bijzondere ontdekking gedaan. Wetenschappers troffen er onder de ijskap substantiële hoeveelheden koolstof-14 aan. En koolstof-14 is afkomstig van levende organismen of resten daarvan. Het betekent dat er dus onder de ijskap ooit leven was geweest. Het onderschreef wat onderzoekers op basis van hun studie aan de andere kant van het continent al vermoedden: dit deel van de ijskap is vrij recent – ergens in de laatste 40.000 jaar – nog in contact geweest met de oceaan.

Herstel
Wat de onderzoekers eigenlijk ontdekt hadden, was dat de West-Antarctische ijskap zich rond 10.000 jaar geleden veel verder had teruggetrokken dan gedacht. Het randje ervan lag in die periode zo’n 200 kilometer verder landinwaarts dan nu het geval is. En toch stortte de ijskap niet in. Sterker nog: afgaand op de omvang die deze nu heeft, moet de ijskap zich herpakt hebben.

Hier zie je hoe groot de West-Antarctische ijskap ooit is gewest (in groen). In oranje zie je waar de grounding lines nu liggen en in rood waar ze ooit – toen de ijskap het kleinst was – te vinden waren. Afbeelding: PIK / Albrecht.

Krimp leidt tot groei
Computermodellen geven meer inzicht in hoe dat precies in zijn werk is gegaan. Nadat de ijstijd een piek had bereikt, stegen de temperaturen weer. Hierdoor werd de West-Antarctische ijskap kleiner én steeg de zeespiegel. Hierdoor kwam de grounding line – de plek waar het randje van de ijskap voor het laatst de zeebodem aantikt en dus transformeert tot een drijvende ijsplaat – verder landinwaarts te liggen. En zeewater kon nu onder een groter deel van de ijskap stromen. Je zou verwachten dat het leidde tot het ineenstorten van de ijskap. Maar dat gebeurde klaarblijkelijk niet. Sterker nog: de grounding line ligt vandaag de dag zo’n 200 kilometer minder ver landinwaarts dan 10.000 jaar geleden. In andere woorden: de ijskap moet weer gegroeid zijn. Hoe kan dat? Want de zeespiegel is niet gedaald en er viel ook niet zoveel sneeuw dat de ijskap weer op de zeebodem kwam te liggen. En toch schoof de grounding line weer richting zee en wel doordat de aardbodem omhoog kwam, zo stellen onderzoekers. Die aardbodem veerde op, doordat de West-Antarctische ijskap kleiner en lichter werd. Het betekent dat de groei van de West-Antarctische ijskap een direct gevolg was van de krimp ervan. “Als je een hoop ijs op de aardkorst stapelt, buigt deze door,” vertelt Kingslake. “Verwijder het ijs en deze veert weer terug.” En Kingslake en collega’s denken dat de aardkorst in dit gebied over een periode van duizenden jaren, terwijl de ijskap kromp, honderden meters is teruggeveerd, waardoor de grounding line steeds verder naar buiten toe opschoof.

Recent onderzoek toont aan dat West-Antarctica op dit moment – door ons toedoen – veel ijs verliest. Mogen we dan hopen dat het tij gekeerd wordt doordat de aardbodem terugveert? Onderzoeker Torsten Albrecht denkt van niet. Hij wijst erop dat het terugveren van de aardbodem een proces is dat duizenden jaren in beslag neemt. “Gezien de snelheid waarmee het klimaat op dit moment door het verbranden van fossiele brandstoffen verandert, zal het mechanisme dat wij ontdekt hebben helaas niet snel genoeg werken om de ijskappen van vandaag de dag tegen smelt te beschermen en zeespiegelstijging te voorkomen.” Collega Reed Scherer onderschrijft dat: “Het terugveren zal er pas lang nadat de kuststeden de effecten van zeespiegelstijging hebben gevoeld voor zorgen dat de ijskap weer aangroeit.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd