Wie buiten werkt, moet tegen het eind van deze eeuw mogelijk véél vroeger opstaan

Als de aarde zo blijft opwarmen, moeten velen hun werktijden herzien. Maar of dat genoeg is?

Een baan in de buitenlucht kan heerlijk zijn. Zo zit je niet dagenlang binnen in een bedompte ruimte, maar ben je lekker buiten in de frisse lucht. Toch heeft het ook zo zijn nadelen. Zo worden mensen die buiten werken blootgesteld aan alle weersomstandigheden, waaronder extreme hitte in de zomermaanden. Een trend die naar verwachting als gevolg van klimaatverandering alleen maar gaat toenemen.

Eerder beginnen
Het verschuiven van de werktijden zou het hitteprobleem enigszins kunnen oplossen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om eerder in de ochtend te beginnen, wanneer het koeler is. Een Japans onderzoeksteam boog zich over deze kwestie. Zo rekenden ze uit hoeveel eerder mensen met een buiten baan zouden moeten beginnen om niet in extreme hitte te hoeven werken. En uit de bevindingen blijkt dat deze mensen wel erg vroeg hun bed uit moeten komen. Zo zouden ze al ruim voor zonsopkomst aan de slag moeten, tenzij verdere gevolgen van klimaatverandering worden ingeperkt.

Scenario
Als we kijken naar het hoogste scenario voor de uitstoot van broeikasgassen, blijkt dat mensen met een buiten baan aan het einde van deze eeuw 5,7 (4,0 – 6,1) uur eerder moeten beginnen met werken. In plaats van half negen, zouden zij in dit geval dus al om half drie ’s nachts op het werk aanwezig moeten zijn. Dat is natuurlijk niet een hele realistische gedachte. Daarnaast heeft het verschuiven van de werktijden ook schadelijke effecten, zoals bijvoorbeeld ritmestoornissen.

Economische impact
De onderzoekers bekeken ook de economische impact van de eerdere werktijden. Zo houden de onderzoekers er rekening mee dat de arbeidscapaciteit zal afnemen. De onderzoekers hielden een iets schappelijker werktijdenschema in hun achterhoofd; zo maten ze het effect op de economie als mensen drie uur eerder moeten beginnen. En de resultaten laten zien dat het mondiale BBP met 1,6 procent (1,0 – 2,4 procent) zou afnemen.

“Deze studie is gebaseerd op enigszins vereenvoudigde veronderstellingen, maar het verschaft nuttige inzichten in hoe we op klimaatverandering moeten reageren,” zegt onderzoeker Jun’ya Takakura. “Het moge duidelijk zijn dat het onrealistisch is om de werktijden met zes uur te vervroegen, we moeten alternatieve manieren zien te vinden om ons aan te passen aan de klimaatverandering.” Opties zijn bijvoorbeeld meer automatisering van lichamelijke arbeid, hervorming van de industriële structuur of methodes zien te vinden om het lichaam af te laten koelen. “Maar misschien nog belangrijker is om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zodat we voor minder uitdagingen komen te staan om te zoeken naar aanpassingen,” besluit Takakura.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd