Wie partner van ver haalt, krijgt langere en slimmere kinderen

gendiv

Mensen die genetisch weinig met elkaar gemeen hebben, krijgen doorgaans langere en slimmere kinderen. Dat blijkt uit onderzoek.

Tot die conclusie komen onderzoekers nadat ze genetische informatie van meer dan 350.000 mensen bestudeerden. Ze waren met name geïnteresseerd in het effect dat genetische diversiteit had. Ze keken daartoe naar de genen die mensen van hun vader en moeder hadden gekregen. Wanneer mensen identieke kopieën van genen van hun vader en moeder hadden ontvangen, wees dat erop dat de voorouders van deze mensen aan elkaar verwant waren. In dat geval was de genetische diversiteit dus beperkt. Wanneer mensen weinig identieke kopieën van genen van hun vader en moeder ontvingen, waren hun voorouders minder nauw aan elkaar verwant en was de genetische diversiteit groter.

Neef en nicht
Uit het onderzoek blijkt dat mensen die voortkomen uit een genetisch diverse familie doorgaans slimmer en langer zijn. Ook is hun longcapaciteit groter en hun opleidingsniveau hoger. Dat schrijven de onderzoekers in het blad Nature. Wanneer een neef en een nicht met elkaar de lakens delen en een kind krijgen, dan is dat kind zo’n 1,2 centimeter minder lang dan kinderen die voortkomen uit twee ouders die niet zo nauw aan elkaar verwant zijn. Ook blijkt een kind dat geboren wordt uit een relatie tussen neef en nicht gemiddeld tien maanden korter in de schoolbanken te zitten.

Hart- en vaatziekten
Minstens zo opvallend is dat genetische diversiteit alleen invloed heeft op lengte, longcapaciteit, cognitief vermogen en opleidingsniveau. Aangenomen werd dat wanneer de genetische diversiteit in een familie beperkt is, de kans op een hoge bloeddruk en hoog cholesterolniveau – bijdragers aan hart- en vaatziekten en diabetes – groter is. Maar dat blijkt dus niet zo te zijn.

“Ons onderzoek beantwoordt vragen die Darwin als eerste stelde en die gaan over de voordelen van genetische diversiteit,” legt onderzoeker Peter Joshi uit. “Onze volgende stap is inzoomen op de specifieke delen van het genoom die het meeste baat hebben bij diversiteit.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd