Recensie: Eindeloos leven

De wetenschap werkt naar onsterfelijkheid toe. Maar lukt dat? En willen we dat wel? Lees er alles over in Jonathan Weiners nieuwe boek.

Er komt een dag dat ons lichaam moe is en het begeeft. Ingehaald door de ouderdom of moegestreden tegen allerlei ziektes gooit het de handdoek in de ring. We weten niet beter dan dat dat ons lot is. Aan ziekte werkt de wetenschap hard: steeds meer aandoeningen zijn te behandelen. Maar ouderdom: dat is een voldongen feit. Niets aan te doen. Of toch wel?

Ouderdom: een ziekte?
Steeds meer wetenschappers pleiten ervoor om ook ouderdom als een ziekte te zien. Sterker nog: als een ziekte die te verhelpen is. In het boek ‘Eindeloos leven’ gaat schrijver Jonathan Weiner in gesprek met de mensen die ervan overtuigd zijn dat ouder worden niet hoeft. Gerontoloog Aubrey de Grey is er één van. Het geheim van onsterfelijk leven is volgens hem een goed onderhoud van het lichaam. “Wanneer we onze lichamen goed zouden onderhouden, zouden we jaar na jaar na jaar gezond blijven, tot we op het laatst een verkeerde stap doen en onder een vrachtwagen komen. We zouden niet meer sterven van ouderdom. Dat wil zeggen, we zouden niet meer kans maken om te sterven wanneer we 90 of 290 zijn, dan wanneer we 20 zijn.”

Ouder
290 kaarsjes op de verjaardagstaart: dat lijkt nog ver weg. Maar de mensheid is al een eind gekomen. In de vorige eeuw wisten we onze levensverwachting met maar liefst dertig jaar op te krikken. En mensen worden ook in de 21e eeuw weer steeds ouder.

Zeven dodelijke factoren
Een einde maken aan ouderdom: daarvoor hebben we nog een lange weg te gaan. Maar het hoeft niet zo ingewikkeld te zijn als veel mensen denken, zo benadrukt De Grey. Hij vergelijkt het lichaam met een auto of een huis. Om een huis heel lang mee te laten gaan, hoeven we geen heel nieuw, ingewikkeld huis te bouwen. Nee: we moeten het alleen maar goed onderhouden. En zo is het ook met het lichaam. “Probeer niet de schade te voorkomen. Laat het maar gebeuren. Maar ga wel alles opvegen – en blijf dat doen.” De Grey maakt in het boek een lijstje met zeven zaken die ons uiteindelijk de kop kosten. Ze systematisch aanpakken kan ons zomaar het eeuwige leven opleveren. Voor zes ervan bedacht hij een oplossing. De zevende is lastiger.

Kanker
De zevende factor op het lijstje van De Grey is mutatie van cellen: kanker. Hoewel De Grey ervoor pleit om alle beschadigingen gewoon te laten plaatsvinden, is kanker geen beschadiging die we zomaar kunnen toelaten. Als een tumor eenmaal ontstaat, is deze immers moeilijk op te ruimen. Daar komt nog eens bij dat de kans op kanker groter wordt naarmate mensen ouder worden. Dus hoe kan iemand nu 200 worden als kanker nog steeds op de loer ligt? Maar ook daarvoor bedenkt De Grey in het boek een oplossing. Nu is ons lichaam in staat om zelf het verjongingsproces aan te sturen en cellen naar eigen inzicht te veranderen. Door dat proces in eigen hand te nemen, krijgen we de controle over onze eigen verjonging en moet wildgroei van cellen voorkomen worden. En wie denkt dat dat verre toekomstmuziek is, heeft het mis. “Dat kan nog tien jaar duren, of het kan nog twintig jaar duren, maar zeker geen hele eeuw.”

Foto: Schnaars (cc via Flickr.com).

Eeuwig
Als ouderdom ons niet meer in kan halen en enkel ongelukken ons nog van het leven kunnen beroven, moeten we met gemak duizend jaar kunnen worden, zo stelt Aubrey. En tegen de tijd dat we 1000 jaar oud zijn en per ongeluk onder een bus belanden (even aangenomen dat die er dan nog zijn) is de wetenschap inmiddels zover dat onderzoekers ons zo weer in elkaar kunnen zetten en we alsnog eeuwig kunnen leven. Het klinkt misschien wat naïef, maar wie het boek leest, merkt dat het geen loze kreten zijn. Duizend jaar worden, behoort in de toekomst wellicht echt tot de mogelijkheden.

Willen we dat?
Maar is dat wel wenselijk? Een nog grotere vergrijzing? En hoe moet het met de overbevolking? En in hoeverre verandert ons leven als het nooit ten einde komt? De manier waarop we leven wordt immers bepaald door de wetenschap dat we ooit sterven. En laten we eerlijk zijn: weten dat de dood ooit komt, kan een geruststelling zijn. Weiner wijst daar ook terecht op in zijn boek. Want niet alleen lieve, goede mensen leven dan eeuwig. Ook de mensen die andere pijn doen: de dictators en de criminelen. En hoewel onsterfelijkheid nu misschien het toppunt van vooruitgang lijkt, kan het wel eens de dood van de vooruitgang zijn: nieuwe generaties komen met nieuwe ideeën, maar wat als zij op moeten boksen tegen de tientallen generaties die maar weigeren om het strijdveld te verlaten?

Foto: Melanie Dornier (cc via Flickr.com).

Sterk boek
Weiner stipt de mogelijkheden en beperkingen van een eindeloos leven allemaal in het boek aan. Hij laat enthousiaste deskundigen aan het woord, maar deinst er niet voor terug om ze zo af en toe ook kritische vragen te stellen en hun uitspraken te relativeren. Want het mooie van dit boek is dat de schrijver ervan in beginsel niet gelooft in de beloftes van een eindeloos leven en daardoor een gezond tegenwicht kan bieden aan het enthousiasme van een soms wat naïeve De Grey en cohorten. En hoewel Weiner aan het eind met De Grey overeenkomt dat ze het nooit eens zullen worden, bekent hij enkele zinnen later toch te twijfelen. Het eindeloze leven lonkt misschien niet, maar het zou toch zomaar tot de mogelijkheden kunnen gaan behoren. Het is de voorzichtige conclusie na een ijzersterk betoog.

Wilt u alles te weten komen over de hindernissen en mogelijkheden van eindeloos leven? Bent u benieuwd naar de onthullende dialogen tussen Weiner en De Grey? Bestel het boek via Bol.com!

Bovenstaande foto is gemaakt door Meg (cc via Flickr.com).

Bronmateriaal

-

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd