Een wolharige mammoet klonen: goed idee of niet?

In theorie moet het – met een beetje kunst en vliegwerk – kunnen: een mammoet klonen. Maar moeten we dat eigenlijk wel willen?

Harde wind blaast over de besneeuwde mammoetsteppe, een onafzienbare grasvlakte die zich zo’n 10.000 jaar geleden over vrijwel het hele noordelijk halfrond uitstrekte, vanaf de Britse Eilanden oostwaarts tot aan Siberië en dan nog verder door Alaska en Noord-Canada. Het lijkt of er geen leven te bespeuren is op deze door de winterstorm gegeselde vlakte. Zelfs wolven zijn nergens te bekennen, dieren die toch wel tegen een stootje kunnen. Grottenberen en grottenleeuwen hebben zich in de herfst al in hun holen teruggetrokken, om de strenge winter te overleven. Toch, heel in de verte lijkt zich iets te bewegen. Een groepje wolharige mammoeten, een aantal koeien met hun kalfjes, trotseert het barre weer, met temperaturen tot dertig graden onder nul, zich moeizaam voortbewegend over de vlakte. Wie fantaseert hier nu nooit over? Wie zou zoiets niet graag eens willen meemaken? Verscholen zittend in een schuilhutje, kleumend van de kou, in de gierende noordenwind en zien hoe dit illustere groepje aan je voorbij trekt? Wel, als het aan diverse wetenschappers ligt, kunnen wij in de nabije toekomst een soortgelijk tafereel ook weer bewonderen: wolharige mammoeten op open grasvlakten, voortkomend uit gekloonde dieren. En wie weet wat ons daarna nog meer te wachten staat? Wolharige neushoorns, grottenberen, sabeltandtijgers, of misschien wel een Tyrannosaurus rex? Nog een paar jaar wachten, dan heeft de mens haar eigen Jurassic Parc.

Een gereconstrueerde wolharige mammoet in het museum. Afbeelding: Flying Puffin (via Wikimedia Commons).
Een gereconstrueerde wolharige mammoet in het museum. Afbeelding: Flying Puffin (via Wikimedia Commons).
De wolharige mammoet
De wolharige mammoet, een kolos met een schouderhoogte van gemiddeld 2.70 meter, ontstond in een tijd, die het Midden-Pleistoceen wordt genoemd, nu zo’n 300.000 jaar geleden. Hij is niet de grootste olifantachtige, die ooit leefde. Dat was namelijk zijn neef, aan de andere kant van de oceaan. De Amerikaanse mammoet had een schouderhoogte van wel 4 meter en een gewicht van 7000-9000 kilo. Ondanks zijn kleinere omvang, had de wolharige mammoet toch een imposant uiterlijk, met een dikke vacht, waarvan de haren soms tot aan de grond reikten, nodig tegen de extreme koude die in die periode heerste in onder andere Europa en Siberië.

Lyuba: een voorbeeld van een mammoet die uitstekend bewaard is gebleven. Er zat zelfs nog voedsel in de maag van deze meer dan 40.000 jaar oude mammoet. Afbeelding: Francis Latreille.
Lyuba: een voorbeeld van een mammoet die uitstekend bewaard is gebleven. Er zat zelfs nog voedsel in de maag van deze meer dan 40.000 jaar oude mammoet. Afbeelding: Francis Latreille.
Warmere tijdperiode
Waarom de wolharige mammoet is uitgestorven, is niet duidelijk. Wetenschappers bakkeleien daar nog altijd met elkaar over. De één denkt dat deze olifantachtige is overbejaagd door onze voorouders, en daarom is uitgestorven, anderen denken dat het dier het niet heeft gered door de veranderingen van het klimaat en de daarmee gepaard gaande voedselschaarste. Na de ijzige kou, zo’n 10.000 jaar geleden, ging het Laat-Pleistoceen over in het Holoceen. Een veel warmere tijdperiode brak aan en dat was wellicht funest voor de dichtbehaarde mammoeten. Ongeveer 4000 jaar geleden ging bij de laatste overlevende het kaarsje uit, op het Russische eiland Wrangel. Als een mammoet er uiteindelijk het bijltje bij neergooide, werden de resten meestal goedbewaard in de altijd hardbevroren bodem, de permafrost.

DNA
Tijdens expedities werden regelmatig botten gevonden van wolharige mammoeten. Daarom fantaseerden wetenschappers vaak over het uiterlijk van zo’n dier. Aan de hand van botten en stukken huid konden wetenschappers zich een voorstelling maken van hoe het dier er in het echt moet hebben uitgezien, namelijk groot, harig en met enorme slagtanden, tot wel vier meter lang. Bruikbare DNA-strengen werden echter nooit gevonden. In 2013 ging een Russische expeditie opnieuw op onderzoek uit, ergens op een afgelegen eiland in de Noordelijke IJszee. Tot hun grote vreugde vonden onderzoekers daar een grote, vrouwelijke wolharige mammoet, die 10.000 tot 15.000 jaar geleden moet zijn gestorven, op ongeveer 60-jarige leeftijd. Tijdens het onderzoek van het dode dier brak het ijs in de maag en stroomde bloed in vloeibare vorm uit het dier, aldus Grigorijev, een Russische ontdekkingsreiziger. Volgens de onderzoeker was het bloed heel donkergekleurd en had ook het spierweefsel de kleur van vers vlees. De wetenschappelijke wereld stond op zijn kop. Zou in de toekomst dan toch een soort Jurassic Parc kunnen ontstaan? Met gekloonde dieren uit een ver verleden? Maar de vraag is natuurlijk of wij dat wel willen. Zulke enorme dieren tot leven wekken? En is dat ethisch wel verantwoord?

Mammoeten aan de wandel.
Mammoeten aan de wandel.

Faliekant tegen
Frans Stafleu, medewerker bij het Ethiek-Instituut in Utrecht is hier faliekant tegen. Hij vertelt aan Scientias.nl: “Stel, dat wij DNA injecteren in een Indische olifant, dan krijgen wij hieruit geen onvervalste mammoet, maar een kruising tussen de wolharige mammoet en Indische olifant, een chimaera, zoals wetenschappers dat noemen.” Een kruising betekent bijvoorbeeld een soort wolharige mammoet, met grotere oren en een langere slurf, of een Indische olifant met extreem lange haren en een korte, dikke slurf. “De tot nu toe gevonden DNA-strengen zijn niet volledig, dus een stukje van het ontbrekende DNA wordt door wetenschappers ‘bedacht’. De kans dat deze keus precies dezelfde is als de DNA-streng van een wolharige mammoet, is uitermate klein. Gelukkig staan niet alle wetenschappers te springen om een wolharige mammoet te klonen. Deze diersoort is ooit uitgestorven, om wat voor reden dan ook, en daar moeten wij het bij laten.”

“Deze diersoort is ooit uitgestorven, om wat voor reden dan ook, en daar moeten wij het bij laten”

Sociale dieren
Stafleu vervolgt zijn verhaal: “Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mammoetachtigen, net als de huidige olifant, sociale dieren waren, levend in familieverband. Met het klonen van een wolharige mammoet, wordt één dier, ergens in een laboratorium, op de wereld gezet. Eénzaam zal hij zijn leven moeten slijten en zal, voorlopig althans, nooit een soortgenoot treffen. Bovendien zal het dier nooit zijn normale, sociale gedrag laten zien, als hij of zij niet tussen soortgenoten leeft. Daarbij komt nog een probleem. Wij weten niet of grassoorten van de vroegere mammoetsteppen dezelfde voedingswaarde hebben voor een wolharige mammoet, als de huidige grassoorten. Het zou zomaar kunnen zijn dat de ingewanden niet bestand zijn tegen het huidige voedsel, zodat bijvoorbeeld maag-darmstoornissen ontstaan. Vanuit mijn omgeving weet ik dat veel ethici niet staan te springen om mee te doen in deze rat-race.” Niet iedereen is het echter met deze visie eens.

Noordelijke graslanden
Wetenschappers binnen de Long Now Foundation uit San Francisco denken daar namelijk heel anders over. Zij vinden het juist nuttig een wolharige mammoetachtige opnieuw tot leven te wekken, en willen door middel van genoom deze grote dieren weer terugbrengen in ons huidige tijdperk. Weliswaar is hun doel geen échte wolharige mammoet naar het heden te halen, maar willen zij bepaalde genen van de wolharige mammoet injecteren in de huidige Aziatische olifant, zodat deze olifanten kunnen overleven in het koude toendraklimaat van het hoge noorden. Natuurlijk is hier een reden voor. Toendragebieden zijn na het Pleistoceen in de plaatsgekomen van de toenmalige grasvlakten. Nu het permafrost onder de toendra smelt en broeikasgassen in het milieu terechtkomen, is het volgens de Russische onderzoeker Dr. Sergey Zimov beter om de toendra weer te vervangen door graslanden, net als 10.000 jaar geleden, in het Laat-Pleistoceen. Dankzij deze isolerende graslanden konden broeikasgassen namelijk niet in het milieu terechtkomen. Op deze open vlakten leefden ooit grote aantallen grazers: paardachtigen, wisenten, antilopen en mammoeten. Zimov zou graag zien dat grazers terugkeren op de noordelijke graslanden, teneinde klimaatverandering tegen te gaan.

De resten van een wolharige mammoet in het museum. Op de kop en voeten is de huid van de mammoet nog zichtbaar. Afbeelding: Monika Ďuríčková (via Wikimedia Commons).
De resten van een wolharige mammoet in het museum. Op de kop en voeten is de huid van de mammoet nog zichtbaar. Afbeelding: Monika Ďuríčková (via Wikimedia Commons).

Kou
Er is nog een reden dat wetenschappelijk onderzoek wordt verricht. In het genoom van elk organisme is een schat aan informatie te vinden. Hoe kunnen organismen gedurende vele tienduizenden jaren rampen, ziekten en veranderende omstandigheden overleven? Zelfs in het genoom van uitgestorven diersoorten als de mammoet kan nog informatie worden gevonden. Hoe kon zo’n dier overleven in die ijzige kou? Dankzij een bepaald gen van een mammoet kan niet alleen de Aziatische olifant wellicht overleven in de noordelijke streken van Eurazië, maar ook astronauten zijn misschien beter in staat te overleven in een koude omgeving, ergens in de ruimte.

De wetenschap is al heel ver met klonen. Diverse studies leveren veelbelovende resultaten. Volgens Dr. George Church, onderzoeker bij de Universiteit van Harvard kunnen de eerste pogingen tot klonen in 2018 beginnen. Na een zwangerschap van twee jaar wordt dan de eerste “nieuwe” mammoet geboren.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd