Zeewier in je voor-, hoofd- en nagerecht: waarom niet?

Het kriebelt niet alleen lekker tussen je tenen tijdens het zwemmen, maar is ook nog eens lekker op je bord!

Eind 2014 schreven we er heel enthousiast over: de Noordzeeboerderij. Een nu nog klein boerderijtje zo’n tien kilometer uit de Texelse kust waar zeewier wordt verbouwd. Het was een experiment dat – zo bleek in juni 2015 – goed uitpakte: inmiddels is het eerste zeewier geoogst. Het smaakt naar meer. De Stichting achter het experiment hoopt in de toekomst een veel grotere boerderij op volle zee te bezitten. In die boerderij wordt dan zeewier geteeld, maar ook windenergie opgewekt en mosselen gekweekt. Wat we met die windenergie moeten? Dat is niet zo lastig: energie kunnen we altijd gebruiken. En die mosselen? Die kunnen de pan in. Maar hoe zit het met dat zeewier? Ook dat verdient een plekje in de keuken.

Niet te veel

Hoewel zeewieren gezond zijn, moet je er ook weer niet te veel van eten. Dat heeft alles te maken met de spoorelementen die we hiernaast noemen. Ons lichaam heeft van deze mineralen maar weinig nodig, maar zeewier kan er soms heel veel van bezitten. Neem bijvoorbeeld jodium. Een halve gram wakame (een bruinwier) is al voldoende voor de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 150 microgram jodium.

Voedzaam
Zeewier bevat namelijk heel veel stofjes waar ons lichaam blij van wordt. Zo zijn er zeewieren die veel essentiële aminozuren bezitten: de bouwstenen van eiwitten die ons lichaam niet zelf aan kunnen maken en uit voedsel moet halen. Ook bevatten sommige zeewieren fotosynthetische pigmenten die als vitaminen functioneren in ons lichaam. Denk dan vooral aan vitamine A, C en E. Ook bevat zeewier soms veel mineralen die ons lichaam goed kan gebruiken, zoals natrium (belangrijk voor de vochthuishouding en het samentrekken van de spieren), calcium (nodig voor de opbouw van bot) en fosfor (dat betrokken is bij alle lichaamsprocessen). Ook zitten in zeewier zogenoemde spoorelementen. Dit zijn mineralen waarvan het lichaam maar kleine hoeveelheden nodig heeft. Denk aan ijzer, zink, fluor en jodium. Ook hebben zeewieren een hoog vezelgehalte. Hierdoor worden suikers in het verteringsstelsel langzamer opgenomen en stijgt de bloedsuikerspiegel minder snel.

“Met name in Japan, China en Korea wordt veel zeewier gegeten. In Europa staat wier nog niet zo vaak op de kaart. Grappig genoeg is het weinige zeewier dat hier in Europa geproduceerd wordt van betere kwaliteit dan het wier in Azië”

Diversiteit
Zeewieren zijn niet alleen heel voedzaam. Ze zijn er ook in allerlei soorten. Sommige wieren zijn wat bitter. Anderen juist zoet of ziltig. En al die verschillende soorten kun je ook weer op allerlei manieren bereiden. Neem bijvoorbeeld het bruinwier Saccharina japonica. Je kunt het drogen, roosteren, bakken, inmaken, koken, wokken of er thee van maken.

Het boek 'Groente uit zee'.
Het boek ‘Groente uit zee’.
In Europa
In Europa zijn we nog niet zo heel vertrouwd met zeewier. Behalve in de sushi-restaurants kom je het nog niet zo vaak tegen op de kaart. In landen als Japan, China en Korea is dat heel anders. Daar kijkt niemand gek op als je zeewier serveert. Grappig genoeg is het zeewier dat hier in Europa – op vrij kleine schaal – geproduceerd wordt van betere kwaliteit dan het wier in Azië. Dat komt onder meer doordat het water hier schoner is. Vanuit Azië komt er dan ook steeds meer vraag naar Europees wier. Het is een markt in opkomst, zeker nu ook in Europa zelf steeds meer belangstelling komt voor zeewier. Offshore zeewierboerderijen (zoals het experiment voor de kust van Texel) kunnen wel eens profiteren van die belangstelling. Het is dan ook een veelbelovende wijze van zeewier telen: er kan gemakkelijk opgeschaald worden, het wier groeit in schoon water dat door stroming regelmatig ververst wordt en de ruimte kan multifunctioneel gebruikt worden, door de zeewierteelt bijvoorbeeld te combineren met windmolens. Mogelijkheden genoeg dus, zeker nu aangetoond is dat zeewier in de volle Noordzee geteeld kan worden.

Maar met het telen en oogsten alleen zijn we er nog niet. De consument moet er ook zin in hebben. En om die zin een beetje op te wekken, is er nu het kookboek ‘Groente uit zee’ verschenen. Het staat vol met recepten waarin zeewier een glansrol speelt. Wat denk je bijvoorbeeld van zeewiergnocchi (met daarin zeepeterselie en chlorella), geserveerd met spinazieroomsaus en gekaramelliseerde cherrytomaatjes? Of pizza met daarop – hoe kan het ook anders – zeewier? Of pesto uit de zee met daarin kombu? En dan als nagerecht muffins met gedroogde zeesla of ijsjes met daarin aardbeien en spirulina (een zoutwateralg) of een heuse zeewiertaart? Loopt het water je al in de mond?

Verschillende gerechten met zeewier. De zeewiertaart en dan (met de klok meer) pannenkoekjes met zeewier, aubergine kaviaar met onder meer zeepeterselie en ijsjes met zeewier.
Verschillende gerechten met zeewier. De zeewiertaart en dan (met de klok meer) pannenkoekjes met zeewier, aubergine kaviaar met onder meer zeepeterselie en ijsjes met zeewier.
Groente uit zee (****)
Het prachtig vormgegeven boek ‘Groente uit zee’ is een aanrader voor mensen die graag hun horizon verbreden en dol zijn op experimenteren in de keuken. Ook de vegetariër kan zijn hart ophalen. Behalve voor-, hoofd- en nagerechten is in het boek ook meer informatie te vinden over de verschillende soorten zeewier, hun voedingswaarde, de teelt en oogst van zeewier en de hindernissen die nog genomen moeten worden om zeewier op grote schaal in Europa te gaan verbouwen. Kortom: een boek voor de nieuwsgierige geest en maag!

Bronmateriaal

-

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd