Met deze zes trucjes kan jouw brein je in de problemen brengen

Want een supersnel en efficiënt brein heeft een prijs…

Wij mensen hebben een flink brein en zijn hartstikke slim. En daar lopen we tamelijk graag mee te koop. Maar niet vandaag. Vandaag kijken we namelijk eens naar de keerzijde van dat supersnelle en efficiënte brein. Want genialiteit heeft een prijs. En die kan soms behoorlijk hoog zijn…

Energie en informatie
Hoewel ons brein slechts 2 procent van ons complete lichaamsgewicht uitmaakt, neemt het wel een flinke hap uit ons energiebudget. Zo’n 20% van onze energie wordt door onze hersenen opgeëist. Maar wie denkt dat het brein een energieverspiller is, heeft het mis, zo vertelt psycholoog Suzanne Weusten, auteur van het onlangs verschenen boek Wij zijn slim. “Ons brein is eigenlijk heel duurzaam en energiezuinig: het probeert met zo min mogelijk inspanning zoveel mogelijk te doen.” Maar dat is niet de enige uitdaging waar ons brein mee te maken heeft. Het wordt daarnaast ook nog eens geconfronteerd met een stortvloed aan informatie die op elk moment van de dag op ons afkomt. “Het is ondoenlijk om overal aandacht aan te besteden.” En dus heeft ons brein een aantal trucjes bedacht die het in staat stellen om op een gemakkelijke – en dus weinig energievretende – manier informatie te verwerken. “En dat noemen we heuristieken.”

Oeps!
Dankzij die trucjes hebben we een supersnel en efficiënt brein. Maar gaan we ook bijzonder regelmatig de fout in.

Afbeelding: Momonator (via Pixabay).
1. Schichtige man = inbreker
Bijvoorbeeld als ons brein de gelijkenisheuristiek toepast. “Daarbij beoordeel je mensen op basis van prototypen,” aldus Weusten. “Als je een onguur uitziende man schichtig om zich heen ziet kijken, kun je bijvoorbeeld denken dat het een inbreker is.” Het is een intuïtieve inschatting. “Een snelle manier om iemand te beoordelen, maar het klopt natuurlijk niet altijd.” Het kan ervoor zorgen dat mensen onterecht van iets beschuldigd worden of juist onterecht ons vertrouwen krijgen (zoals oplichters maar al te goed weten).

2. Tunnelvisie
Maar ons brein heeft nog meer van deze trucjes. Wat denk je bijvoorbeeld van de bevestigingsheuristiek? Een chique woord voor een vorm van selectief denken: we zien alleen informatie die in ons straatje past. Voor ons brein is dat lekker makkelijk. Maar het kan wel leiden tot tunnelvisie. En hoe dat uitpakt, is altijd gissen. “Tunnelvisie kan heel productief maken, doordat je helemaal gefocust bent op waar je mee bezig bent,” stelt Weusten. “Maar het kan ook negatief uitpakken als je iets belangrijks over het hoofd ziet.” Als voorbeeld haalt ze in haar boek de zaak rond Lucia de Berk aan. Tijdens deze zaak waren rechercheurs zo gefocust op het idee dat de verpleegkundige ziekenhuispatiënten had vermoord dat ze totaal geen oog hadden voor ontlastend bewijsmateriaal. “Zo liet het Openbaar Ministerie alle sterfgevallen tijdens Lucia’s diensten uitzoeken,” schrijft Weusten. “Was er een kindje dood en had Lucia dienst, dan kon er weer een streepje worden gezet. Maar wanneer Lucia die dag niet had gewerkt, werd ‘de moord’ geschrapt. Naar een andere dader werd niet gezocht.” De Berk had er al een jarenlange gevangenisstraf opzitten toen er geconcludeerd werd dat er helemaal geen sprake was van een misdrijf en alle patiënten een natuurlijke dood gestorven waren. En bedankt, bevestigingsheuristiek!

3. Het voelt goed
In het verlengde hiervan ligt de affectheuristiek, waarbij de rationele afwegingen en kritische vragen ver te zoeken zijn en je je laat leiden door je persoonlijke voorkeuren en aversies. Zo kun je verliefd worden op een oud huis, de waarschuwingen van de makelaar in de wind slaan – “er zit volgens mij aardig wat asbest in de schuur” – en het huis kopen, gewoon omdat het goed voelt. Nog een mooi voorbeeld: blind afgaan op iets wat iemand waar je een goede band mee hebt, zegt. Dat dat verkeerd uit kan pakken, zagen we in 2011 toen de onderzoekers Roos Vonk en Diederik Stapel concludeerden dat vleeseters hufters waren. Vonk trok haar conclusies op data van Stapel die ze niet had geverifieerd. Waarom zou ze: Stapel was een vriend en ze kende ‘m al twintig jaar. Maar ondertussen had hij wel met de onderzoeksdata geknoeid.

Een lief opknappertje? Of een bouwval? Afbeelding: TheoRivierenlaan (via Pixabay).

4. Een snelle greep in het geheugen
En dan is er ook nog de beschikbaarheidsheuristiek. Een slimme manier om tijd, energie en moeite te besparen: als we een oordeel moeten vellen of een risico in moeten schatten, baseren we ons gewoon op voorbeelden en ervaringen die het eerst in ons geheugen opborrelen. Een voorbeeldje: in de weken na een vliegramp hebben stewardessen hun handen vol aan angstige reizigers die de risico’s van de vlucht inschatten op basis van de beelden die nog zo vers in het geheugen zitten. Maar een half jaar later is die angst als sneeuw voor de zon verdwenen, terwijl de risico’s van de vlucht onveranderd zijn. De moderne media spelen hierbij een sleutelrol, omdat zij ons graag de meest dramatische verhalen en beelden voorschotelen. “En wij zijn daar gevoelig voor, waardoor die dramatiek een verkeerd plekje in het hoofd kan krijgen.”

Vatbaarheid voor heuristieken

Elk brein gebruikt deze heuristieken. Maar doet ieder brein dat ook in dezelfde mate? Daar wordt op dit moment onderzoek naar gedaan. “Ik denk dat de onderzoekers zullen concluderen dat er verschillen zijn in de mate waarin mensen vatbaar zijn voor heuristieken en dat deze onder meer afhankelijk is van je persoonlijkheid en je ervaringen.”

5. Weggegooid geld
Deze is wellicht ook herkenbaar: de verloren-kostenheuristiek. Je kent het vast wel: je zit in de bioscoop en de film valt tegen. Maar toch blijf je zitten, want je hebt er een tientje voor betaald. Stom eigenlijk, want nu ben je dat tientje en die avond kwijt, terwijl je – als je nu opstaat en de kroeg induikt – toch nog een leuke avond kunt hebben. Ons brein ziet daar echter weinig in, omdat het een afkeer heeft van verlies en gek is op consistentie. In het geval van het bioscoopkaartje kost deze heuristiek je een paar uurtjes tijd die je wellicht beter had door kunnen brengen. Maar het kan erger. “Op maatschappelijk niveau kunnen de gevolgen veel groter zijn,” vertelt Weusten. Ze haalt als voorbeeld de Vietnamoorlog aan. “Elke keer als er stemmen opgingen om uit de oorlog te stappen, werd er opgemerkt dat er al heel veel doden waren gevallen en dat men daarom door moest gaan. Dat is natuurlijk heel ernstig.”

6. Ankertje
Je brein laat zich voor het gemak ook leiden door zogenoemde ‘ankers’. “Je wordt beïnvloed door iets wat je gehoord of gezien hebt en dat helpt je om keuzes te maken.” Weusten zag het voor haar ogen gebeuren toen ze een collegezaal vol studenten in tweeën splitste en de helft vroeg:’Was Gandhi jonger of ouder dan 25 jaar toen hij stierf? Hoe oud precies?’ terwijl de andere helft de volgende vragen kreeg: ‘Was Gandhi jonger of ouder dan 144 jaar toen hij stierf? Hoe oud precies?” Beide groepen lieten zich leiden door de leeftijd die in de vraag genoemd werd. De eerste groep dacht gemiddeld dat Gandhi 75 werd, terwijl de tweede groep dacht dat hij 84 was geworden. De ankerheuristiek duikt ook op als je wat geld in een envelopje moet stoppen voor een bruidspaar: vaak laat je je daarbij leiden door wat anderen geven of wat je eerder zelf hebt gegeven. Lekker gemakkelijk voor je brein, want dat hoeft daar verder niet heel diep over na te denken. Maar je kunt er ook enorm de fout mee ingaan, als je anker – dat je dus vaak onbewust gebruikt – weinig realistisch is.

Elk mensenbrein gebruikt deze sluipweggetjes. En elk brein gaat daarmee dus wel eens de fout in. En toch blijven de heuristieken – met de ellende die ze soms over ons afroepen – hoogtij vieren. Dat is ook niet zo gek: ze zijn diepgeworteld in onze evolutionaire geschiedenis en “heel krachtig”, aldus Weusten. Ze illustreert dat laatste in haar boek met het Linda-vraagstuk (zie kader).

Linda is 31 jaar oud, openhartig en heel slim. Ze is afgestudeerd in de filosofie. Als student maakte ze zich druk over discriminatie en demonstreerde ze tegen sociaal onrecht. Wat is waarschijnlijker? 1. Linda is bankmedewerker. 2. Linda is bankmedewerker en actief in de vrouwenbeweging. Het gros van de mensen kiest voor optie twee. Totaal onlogisch, want je kunt beter voor optie 1 kiezen, aangezien feministische bankmedewerkers onderdeel zijn van de grotere categorie bankmedewerkers. “Het Linda-vraagstuk is één van de bekendste experimenten van Daniel Kahneman en Amos Tversky,” zo schrijft Weusten. “Steeds koos 85 tot 90 procent van de deelnemers aan het onderzoek voor optie 2, zelfs statistisch onderlegde studenten van Stanford Graduate Business School. Ook de inmiddels overleden Amerikaanse paleontoloog Stephen Jay Gould worstelde met het Linda-vraagstuk. Weliswaar wist hij het juiste antwoord – ‘maar toch,’ zo schreef hij, ‘bleef er een klein mannetje in mijn hersenen op en neer springen, schreeuwend dat ze niet gewoon een bankbediende kon zijn – lees de beschrijving dan!’.”

En toch moeten we zo af en toe wat tegengas geven aan deze krachtige sluipweggetjes die ons brein zo ingenieus toepast. Want anders lopen we het risico keer op keer de fout in te gaan. Maar hoe bestrijd je trucjes die jouw brein al miljoenen jaren met wisselend succes toepast? Het begint met bewustwording. Weusten: “Ik wil laten zien dat het hoofd heel veel kan, maar ons ook stomme fouten laat maken en daar wil ik mensen voor behoeden.” Want natuurlijk zijn we gebaat bij het supersnelle en efficiënte brein waar we dankzij de heuristieken op kunnen rekenen. Maar soms is de prijs ervan wel hoog. Denk aan de Vietnamoorlog. Of de bouwval die je op basis van een goed gevoel kocht. Of je wetenschappelijke carrière die een enorme knauw krijgt, omdat je blind afging op die gewaardeerde collega. Maar ja, wat doe je eraan? Volgens Weusten is er maar één manier om te voorkomen dat je heuristieken een loopje met je nemen. “Kritische vragen stellen aan jezelf.” Gemakkelijk is dat niet. Maar we kunnen het wel, denkt Weusten. In deze kwestie is de oorzaak van het probleem – dat superslimme en efficiënte brein van ons – namelijk ook de oplossing. Want wij zijn slim. Dus ook dit probleem moeten we de baas kunnen.

Bronmateriaal

Interview met Suzanne Weusten

Afbeelding bovenaan dit artikel: DigitalArtist (via Pixabay)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd