Zo zag je Saturnus’ maantje Titan nog nooit

NASA presenteert de beste beelden die tot op heden van het oppervlak van Titan zijn gemaakt.

NASA heeft zes infrarood beelden van de maan Titan vrijgegeven. De beelden zijn de helderste en meest precieze van de ijzige maan tot dusver. De weergaven zijn gemaakt met behulp van 13 jaar aan gegevens, verkregen door het Mapping Spectrometer (VIMS) instrument aan boord van de ruimtesonde Cassini.

De zes infrarood beelden van Saturnus’ grootste maan Titan. Afbeelding: NASA

Naden
Eerdere beelden van Saturnus’ maan waren lang zo goed niet. Dat komt omdat daar een grote variatie in beeldresolutie en lichtomstandigheden zat, waardoor er naden tussen verschillende gebieden op het oppervlak ontstonden. Maar dankzij nieuwe technieken – waaronder de zogenaamde ‘band-ratio-techniek’ – konden de naden verminderd worden. Hierdoor hebben de equatoriale duinvelden van de maan op de foto bijvoorbeeld de consistente bruine kleur. Dankzij deze beelden hebben we nu de beste weergave van hoe de wereld van Titan eruitziet.

Nevel
Het was geen makkelijke opgave, aangezien Titan zichzelf niet zomaar zien. Rondom de maan hangt namelijk een gloeiende nevel, waardoor het lastig is het oppervlak te bereiken. Deze nevel ontstaat doordat kleine deeltjes – aërosolen – in de atmosfeer van Titan het licht sterk reflecteren. Maar met infrarood is het veel makkelijker om door deze nevel heen te breken. En dat is precies wat VIMS voor elkaar heeft gekregen. Hierdoor werd het oppervlak van Titan eindelijk duidelijk zichtbaar.

In het midden is Titan te zien zonder gebruik van VIMS-instrument. Afbeelding: NASA

Uit de beelden is op te maken dat Titan een complex oppervlak heeft, met talloze geologische kenmerken. Zo zijn er bijvoorbeeld op de beelden ook blauwachtige en paarsachtige gebieden te zien die misschien wel verrijkt zijn met waterijs. We wachten gespannen af wat toekomstig onderzoek naar Saturnus’ maan ons te bieden heeft!

Bronmateriaal

"Seeing Titan with Infrared Eyes" - NASA

Afbeelding bovenaan dit artikel: NASA/JPL-Caltech/Stéphane Le Mouélic, University of Nantes, Virginia Pasek, University of Arizona

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd