Kinderen die in de zomer ter wereld komen, hebben een aanzienlijk kleinere kans om later algemeen directeur van een bedrijf te worden. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteit van British Columbia.
De onderzoekers bestudeerden een grote groep Amerikaanse algemeen directeuren en hun geboortedata. Dat leverde opvallende resultaten op: zo’n 12,53 procent van de directeuren bleek geboren te zijn in maart, 10,67 procent van de directeuren kwam in april ter wereld. Daarmee waren deze geboortemaanden aanzienlijk beter vertegenwoordigd dan juni en juli, waarin respectievelijk slechts 6,13 en 5,87 procent van de directeuren ter wereld kwam.
Vroege leerling
Dat zomerkinderen het ondergeschoven kindje zijn als het gaat om hoge bestuursfuncties, denken de onderzoekers wel te kunnen verklaren. Het zou het resultaat zijn van een fenomeen dat wij in Nederland aanduiden met ‘vroege en late leeringen’. Over het algemeen is het in Nederland vaak zo dat kinderen van vier jaar voor 1 oktober op school moeten zijn aangemeld. Kinderen die bijvoorbeeld in januari 4 worden, gaan vanaf dat moment naar school, maar volgen in het jaar erop nogmaals groep 1. In de VS werkt het net zo, alleen kunnen kinderen daar vaak ergens tussen september en januari starten. Het resultaat: kinderen die in juni en juli ter wereld komen, zijn vaak de jongsten in hun klas (zij doen groep 1 voor het eerst). Terwijl de kinderen die in maart en april jarig zijn de oudsten zijn (zij hebben al een paar maanden meegedraaid en doen groep 1 daarna nog een keer helemaal).
Beter
“Oudere kinderen die in dezelfde klas zitten als jongere kinderen, doen het over het algemeen beter, omdat de jongsten intellectueel minder goed ontwikkeld zijn,” vertelt onderzoeker Maurice Levi. “Vroeg succes wordt vaak beloond met leiderschap en meer leermogelijkheden en dat biedt kinderen voordelen waar ze hun hele leven iets aan hebben.”
Het onderzoek wijst erop dat de manier waarop in het onderwijs kinderen in groepen worden ingedeeld invloed heeft op het succes op latere leeftijd. En dat kan soms zorgwekkend zijn, stelt Levi. Mogelijk krijgen de grootste talenten nooit echt een eerlijke kans op een goede baan in het bedrijfsleven, omdat ze simpelweg te vroeg naar school zijn gestuurd.
