Zwitserland raakt een gletsjer kwijt

De Pizol-gletsjer is niet meer. De gletsjer is het recentste – maar zeker niet het laatste – slachtoffer van klimaatverandering.

In de Europese Alpen zijn zo’n 4000 gletsjers te vinden. En van eentje hebben mensen nu definitief afscheid moeten nemen. De Pizol-gletsjer is – in opvallend korte tijd – zo klein geworden dat deze de naam ‘gletsjer’ niet meer mag dragen. “Sinds 2006 is de Pizol-gletsjer zo’n 80% van zijn volume kwijtgeraakt,” vertelt Harry Zekollari, als glacioloog verbonden aan de TU Delft. “En de omvang van de gletsjer is ook afgenomen; tot minder dan 0,03 vierkante kilometer. Dat betekent dat deze nu iets kleiner is dan vier voetbalvelden.”

Geen gletsjer meer
En daarmee is Pizol officieel geen gletsjer meer. “Een gletsjer is een ijsmassa die beweegt onder invloed van zijn eigen gewicht. Veel gletsjers verliezen door klimaatverandering een substantieel deel van hun massa. Wanneer een gletsjer te klein wordt of in verschillende delen uit elkaar valt, kun je het geen gletsjer meer noemen,” legt Zekollari aan Scientias.nl uit. “Er is niet echt een strikte definitie van het begrip ‘gletsjer’, maar bij het inventariseren van gletsjers wordt meestal gekeken naar omvang. Het verschilt per studie, maar over het algemeen wordt een minimale omvang tussen de 0,01 en 0,05 vierkante kilometer gebruikt: als een ijsmassa kleiner is dan dit, wordt deze niet langer als een gletsjer gezien.”

Opwarming
Dat gletsjers momenteel letterlijk voor onze ogen verdwijnen, is direct te herleiden naar de opwarming van de aarde. “‘Gezonde’ gletsjers vertonen tweeledig gedrag,” stelt Zekollari. “Tijdens de herfst en winter verkrijgen ze doorgaans meer massa dan ze verliezen, aangezien de verse sneeuw opweegt tegen de smelt. In de lente en zomer is er sprake van meer smelt en raken gletsjers over het algemeen wat massa kwijt. In het geval van een ‘gezonde’ gletsjer wordt het massaverlies in de lente en zomer gecompenseerd door de massatoename in de herfst en winter. Wat we tegenwoordig zien, is dat het massaverlies tijdens de lente en zomer sterk toeneemt doordat de temperaturen stijgen. De massatoename in de herfst en winter is niet langer groot genoeg om die toegenomen smelt te kunnen compenseren en het resultaat is dat de gletsjer elk jaar massa verliest.”

“Als we tegen 2100 onze uitstoot niet hebben teruggebracht kunnen gletsjers meer dan 90% van het huidige volume kwijtraken”

Somber
In het geval van de Pizol-gletsjer ging het het afgelopen decennium hard. Zoals gezegd raakte de gletsjer in de afgelopen 13 jaar zo’n 80% van zijn volume kwijt. En helaas is de Pizol-gletsjer niet de enige gletsjer in de Europese Alpen die in rap tempo wegkwijnt. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek dat de gletsjers in de Europese Alpen tegen 2050 naar verwachting zo’n 50% van hun huidige volume zullen zijn kwijtgeraakt. “De voor de komende decennia voorspelde evolutie van de gletsjers in de Alpen ziet er inderdaad somber uit,” erkent Zekollari, één van de auteurs van de aangehaalde studie. “Wij ontwikkelden een computermodel om dit nader te analyseren en ontdekten dat de gletsjers in de Alpen in de komende drie decennia ongeveer de helft van hun volume zullen kwijtraken. Wat daarbij met name opviel, was dat het massaverlies tot 2050 grotendeels onafhankelijk is van onze uitstoot.” In andere woorden: of we onze uitstoot van broeikasgassen nu snel terugdringen of niet; het door Zekollari en collega’s voorspelde massaverlies staat tot 2050 min of meer vast. “Dat komt doordat gletsjers traag reageren op veranderingen in klimaat,” legt Zekollari uit. Wat we nu zien gebeuren, is dan ook geen reactie op de opwarming van dit moment; die zit nog in de pijplijn en zal zich de komende decennia openbaren, zelfs als we per direct stoppen met het uitstoten van broeikasgassen. “Ik wil echter benadrukken dat we op lange termijn nog steeds een grote invloed kunnen uitoefenen op het gedrag van gletsjers,” stelt Zekollari. Dat blijkt wel uit de voorspellingen voor het jaar 2100 die wél sterk afhankelijk zijn van onze uitstoot. “Als we tegen 2100 onze uitstoot niet hebben teruggebracht en dus nog steeds veel broeikasgassen uitstoten, zullen de temperaturen enorm toenemen en kunnen gletsjers meer dan 90% van het huidige volume kwijtraken. Als we onze uitstoot echter terugdringen, bijvoorbeeld door het realiseren van de klimaatdoelen zoals die in het Parijse klimaatakkoord zijn geformuleerd, dan kunnen we tegen 2100 ongeveer eenderde van het huidige volume van de gletsjers in de Alpen redden.”

Gevolgen
Het redden van de gletsjers in de Alpen is niet alleen belangrijk met het oog op de wintersport – waar velen van ons de ijsmassa’s toch voornamelijk mee associëren. De gletsjers hebben namelijk nog veel meer belangrijke functies. “Gletsjers spelen een belangrijke rol als het gaat om de watervoorziening voor mensen die in de valleien leven. Een gletsjer is in feite een waterreservoir dat mensen van water voorziet wanneer ze dat het hardst nodig hebben: in de zomer, als het warm en droog is. Wanneer een gletsjer verdwijnt, verdwijnt ook dit natuurlijke waterreservoir. Dat heeft gevolgen, aangezien dat water nodig is voor huishoudens en landbouw. In de Europese Alpen wordt het water dat de gletsjers leveren bovendien gebruikt voor het genereren van hydro-elektriciteit en het verlies van de gletsjers zal dus ook invloed hebben op de hoeveelheid energie die zo kan worden opgewekt. Maar het verdwijnen van de gletsjers heeft nog meer gevolgen. We weten dat de geometrie van gletsjers wanneer ze massa verliezen sterk verandert en wanneer ze in een warmer klimaat meer massa kwijtraken, kan dat leiden tot meer gevaarlijke situaties, doordat delen van de gletsjer onstabiel worden. Dat zien we momenteel bijvoorbeeld gebeuren op de Planpincieux-gletsjer op de Mont Blanc (deze gletsjer lijkt zo instabiel dat deze op korte termijn een enorme ijsmassa – zo’n 250.000 kubieke meter ijs – in de onderliggende (bewoonde) vallei dreigt af te zetten. Inmiddels zijn twee dorpen in de vallei om die reden ontruimd, red.). De gletsjers in de Europese Alpen hebben ook een belangrijke toeristische waarde en ook in dat opzicht zal hun verdwijnen een groot verlies zijn.”

Dekentje erover
Met name de waarde die de enorme ijsmassa’s in de Europese Alpen voor toeristen hebben, heeft mensen ertoe aangezet om met innovatieve ideeën te komen die gericht zijn op de redding van de gletsjers. Zo worden delen van sommige gletsjers al enkele jaren toegedekt met speciale isolerende dekens die smelt tegengaan. “Zulke oplossingen kunnen echter alleen op een heel kleine schaal worden toegepast en zijn bovendien duur. Daarnaast gaat het toepassen van deze dekens gepaard met enkele problemen, waaronder milieuvervuiling door toedoen van het vrijkomen van microplastics. Kortom: deze aanpak kan in sommige uitzonderlijke gevallen op kleine schaal worden toegepast, maar levert als het gaat om het redden van de totale ijsmassa in de Europese Alpen, een verwaarloosbare bijdrage.”

De Pizol-gletsjer is niet meer en vaststaat dat klimaatverandering in de Europese Alpen nog meer slachtoffers gaat eisen. Welke gletsjer op korte termijn het voorbeeld van Pizol volgt, is volgens Zekollari lastig te voorspellen. “Maar het is wel duidelijk dat veel kleine gletsjers die relatief laaggelegen zijn (rond en onder de 3000 meter hoogte) heel kwetsbaar zijn en velen ervan zullen waarschijnlijk in de komende jaren of decennia verdwijnen.” Tegelijkertijd is er ook hoop. “We kunnen nog steeds een substantieel deel (ongeveer een derde) van de huidige ijsmassa in de Europese Alpen redden als we onze uitstoot en daarmee ook de toekomstige opwarming beperken.”

Bronmateriaal

Interview met Harry Zekollari
Afbeelding bovenaan dit artikel: Julius_Silver / Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd