Zo’n 66 miljoen jaar geleden stortte een planetoïde op aarde neer. Het betekende het einde voor de dinosaurussen. Maar wat als die planetoïde net ietsje eerder of ietsje later op aarde was geland? Dan waren de dino’s er nu wellicht nog geweest.
Tot die conclusie komen onderzoekers van de universiteit van Edingburgh. Ze stellen dat de dinosaurussen het kort voor de planetoïde-inslag al moeilijk hadden en de inslag net de druppel was die de emmer deed overlopen.
Veranderingen
Volgens de onderzoekers was de aarde enkele miljoenen jaren voor de inslag al aan het veranderen. De vulkanische activiteit nam toe en de zeespiegel was – net als de temperaturen – aan verandering onderhevig. Het zorgde er waarschijnlijk voor dat de voedselketen van de dinosaurussen verzwakte. De diversiteit onder de plantenetende dinosaurussen – die weer op het menu van vleesetende dinosaurussen stonden – nam af. Het maakte de dinosaurussen kwetsbaar. En juist op dat kwetsbare moment sloeg de planetoïde toe.
Verdwenen
De planetoïde sloeg in en creëerde tsunami’s, branden, aardbevingen, grote en plotselinge temperatuursveranderingen, enzovoort. Voedselketens stortten in en de ene na de andere dinosaurussoort verdween. Alleen de vliegende dinosaurussen wisten zich te redden.
Samenloop
Volgens de onderzoekers was het een klassieke samenloop van omstandigheden die de dinosaurussen uiteindelijk de kop kostte. Als de planetoïde enkele miljoenen jaren eerder was ingeslagen – toen de diversiteit onder de dino’s nog groot was – hadden de dinosaurussen het zeer waarschijnlijk wel gered. Hetzelfde geldt voor een scenario waarin de planetoïde enkele miljoenen jaren later was ingeslagen: dan was er voldoende tijd geweest voor de evolutie van nieuwe soorten. Kortom: de dino’s hadden gewoon pech. “Niet alleen sloeg er een enorme planetoïde in, het gebeurde ook nog eens op het slechtst mogelijke moment: toen de ecosystemen van de dinosaurussen kwetsbaar waren,” concludeert onderzoeker Steve Brusatte.
De onderzoekers trekken hun conclusies nadat ze de fossiele resten van dinosaurussen – voornamelijk uit Noord-Amerika – bestudeerden om een beter beeld te krijgen van de veranderingen die de dino’s enkele miljoen jaren voor de inslag doormaakten. Nog lopende onderzoeken in onder meer China en Spanje moeten een nog beter beeld geven van wat er in die jaren voor de inslag precies speelde.
