De bedwants blijkt honderden genen van bacteriën te hebben ‘gestolen’. En dat biedt mogelijkheden voor het bestrijden van het ongewenste insect.
Voor het eerst hebben onderzoekers het genoom van de bedwants (Cimex lectularius) in kaart gebracht. Ze bestudeerden het DNA en RNA van mannetjes en vrouwtjes, in verschillende stadia van hun leven en voor- en nadat de bedwantsen een bloedmaaltijd hadden genuttigd. De resultaten zijn nu te lezen in twee wetenschappelijke papers.
DNA ‘gestolen’
Uit het ene onderzoek blijkt onder meer dat de bedwants op grote schaal aan horizontale genoverdracht doet. De onderzoekers hebben 805 mogelijke gevallen van horizontale genoverdracht ontdekt. Het gaat dan om genen die oorspronkelijk aan bacteriën toebehoorden, maar door de bedwants aan zijn eigen chromosoom zijn toegevoegd.
Hoe gaat dat?
Chromosomen gaan regelmatig kapot en moeten dan gerepareerd worden. Zo af en toe gaat zo’n reparatie mis en wordt ‘vreemd’ DNA in de chromosomen verwerkt. In het geval van de bedwants bevat dat ‘vreemde’ DNA genetisch materiaal van bacteriën. “Normaal gesproken krijgen genen die afkomstig zijn van andere organismen geen functie in het lichaam van de gastheer, ook zijn ze normaal gesproken niet schadelijk,” vertelt onderzoeker Jack Werren. Het materiaal gaat dan vaak verloren – bijvoorbeeld door mutaties – of verdwijnt tijdens genetische selectie. Maar de bedwants gebruikt sommige ‘gestolen’ genen wel, zo blijkt. Bijvoorbeeld een gen dat deze van de Wolbachia-bacterie heeft overgenomen. Dit gen lijkt een functie te hebben bij mannelijke bedwantsen, maar niet bij de vrouwtjes.
Belangrijk
De ontdekking dat de bedwants op grote schaal aan horizontale genoverdracht doet, is belangrijk. “Omdat de toegevoegde genen een uniek genetisch profiel creëren, is het mogelijk dat deze een effectief doelwit kunnen vormen voor bestrijdingsmiddelen,” stelt Werren.
Verder blijkt uit een tweede onderzoek naar de bedwants dat sommige genen van de bedwants pas actief worden nadat deze zijn eerste bloedmaaltijd heeft genuttigd. En de genen die dan actief worden, dragen onder meer bij aan een dikkere huid en stellen de bedwants beter in staat om te ontgiften. Het suggereert dat bedwantsen het meest kwetsbaar zijn voordat ze hun eerste bloedmaaltijd hebben genuttigd en dat dus het beste moment is om de insecten te bestrijden.