Wetenschappers hebben in zeer oude maanstenen sporen van water teruggevonden. Het wijst erop dat de jonge maan al vochtig was en dat dat water tijdens de totstandkoming van de maan niet verloren ging.
Onderzoekers van de universiteit van Michigan trekken die conclusie nadat ze stenen die tijdens de Apollo-missies werden verzameld onder de loep namen. Het gaat om één van de oudste maangesteenten. De gesteenten kwamen tot stand toen een magma-oceaan op de maan kristalliseerde.
“Omdat dit enkele van de oudste stenen afkomstig van de maan zijn, kunnen we daaruit afleiden dat er er tijdens de totstandkoming van de maan water voorkwam,” concludeert onderzoeker Youxue Zhang. En dat is opmerkelijk. De ontdekking spreekt de huidige ideeën die wetenschappers over de totstandkoming van de maan hebben, tegen. Volgens veel onderzoekers ontstond de maan toen een hemellichaam ter grootte van Mars in botsing kwam met de jonge aarde. De brokstukken die daarbij vrijkwamen, vormden de maan. Volgens dat model zouden alle vluchtige elementen (waaronder water, red.) tijdens de totstandkoming van de maan zijn verdwenen.
Het idee dat er op de maan water voorkomt, is niet nieuw. De laatste jaren wordt er steeds meer bewijs gevonden dat stelt dat de maan water bevat. Dat het nu ook in oude maanstenen gevonden is, wijst erop dat de maan al heel lang water bevat.