Meltdown in Fukushima resulteerde in een heuse varkensinvasie – maar wilde zwijnen trekken nu toch aan het langste eind

Tot die conclusie komen onderzoekers nadat ze zich over het DNA bogen van de nakomelingen die wilde zwijnen en varkens samen op de wereld hebben gezet.

In maart 2011 leidde een zeebeving en daaropvolgende tsunami tot grote problemen in de kerncentrale in het Japanse Fukushima. Mensen moesten het gebied halsoverkop verlaten en daar plukten wilde zwijnen de vruchten van. Ze namen de ooit door mensen gedomineerde gebieden en dorpen over. Niet langer gehinderd door mensen, namen ook hun aantallen explosief toe; van naar schatting 49.000 in 2014 naar 62.000 in 2018.

Genetische veranderingen
Maar al snel bleken niet alleen hun aantallen, maar ook het uiterlijk van deze wilde zwijnen te veranderen. Hun vacht oogde bijvoorbeeld anders. Het maakte professor Shingo Kaneko nieuwsgierig. Wat was er met de wilde zwijnen aan de hand?

Om daar een beter beeld van te krijgen, namen Kaneko en collega’s het DNA van de wilde zwijnen onder de loep. Het bleek te zijn veranderd. En dat kwam niet door de kernramp en daarbij vrijgekomen radioactieve straling, maar was te herleiden naar ontmoetingen met…varkens.

Ontmoetingen
Toen mensen in het voorjaar van 2011 halsoverkop hun huizen in het gebied rond de kerncentrale verlieten, bleef het vee veelal achter. Zo ook de naar schatting 30.000 varkens die in de evacuatiezone leefden. De dieren wisten vroeg of laat uit hun stallen en weiden te ontsnappen en liepen al snel de wilde zwijnen tegen het lijf. De varkens en wilde zwijnen paarden. En de ietwat vreemd uitziende wilde zwijnen met hun afwijkende vacht en andere morfologische afwijkingen die tegenwoordig door de verlaten Japanse dorpen struinen en de aandacht van de onderzoekers trokken, blijken dus hybriden te zijn.

Het aandeel van de varkens krimpt
Deze hybriden herbergen genetisch materiaal van zowel wilde zwijnen als varkens. Maar het onderzoek wijst ook uit dat het aandeel van de varkens in het genetisch materiaal van de hybriden snel kleiner wordt. En dat vertelt ons meer over hoe het zowel de varkens als de wilde zwijnen in Fukushima vergaat, zo legt onderzoeker Donovan Anderson aan Scientias.nl uit. “Het betekent dat de varkens niet succesvol waren buiten de boerderijen en dat de lokale wilde zwijnen door de gunstige omstandigheden in de evacuatiezone (geen mensen, meer dan genoeg voedsel) eigenlijk te overvloedig voorkwamen.” Met elke nieuwe generatie gaat dan ook meer genetisch materiaal van de varkens in de hybriden verloren, omdat de kans dat een hybride met een wild zwijn paart nu eenmaal veel groter is dan de kans dat deze met het veel minder succesvolle varken paart.

Terug naar hoe het was
Hoewel de varkensinvasie nu nog zijn sporen nalaat in het genoom van de hybriden, kan dat op korte termijn weleens veranderen, zo stelt Anderson. “We verwachten dat de varkensgenen in de toekomst compleet verdwijnen of slechts met een heel lage frequentie blijven voorkomen. Volgens professor Kaneko is het goed nieuws dat deze invasieve genen verdwijnen en de natuurlijke situatie hersteld wordt.”

In andere landen
Dat wilde zwijnen en varkens met elkaar kunnen paren, is niets nieuws. Onderzoekers hebben het in tal van andere landen ook al zien gebeuren. “Kleinere aantallen varkens die ontsnappen of bewust los worden gelaten als prooi voor wilde roofdieren hebben in die landen het genoom van de wilde zwijnen ook veranderd.” Het grote verschil met de situatie in Japan is dat de hybridisatie in die landen nog altijd doorgaat en varkens dus nog altijd genetisch materiaal in de genenpoel brengen. Daardoor zal hun genetische inbreng – in tegenstelling tot die van hun soortgenoten in Japan die niet zo succesvol waren buiten hun boerderijen en ook nog eens geconfronteerd werden met een eigenlijk te succesvolle wilde zwijnen-populatie – niet zo snel verwateren. Sterker nog: terwijl de hybriden in Japan door de generaties heen weer transformeren tot wilde zwijnen, delven de wilde zwijnen in andere landen door hybridisatie juist het onderspit. “In de Verenigde Staten wordt de term ‘wild zwijn’ zelfs niet langer gebruikt,” stelt Anderson. “In plaats daarvan is besloten om voortaan te spreken van wilde varkens.”

In Fukushima lijkt het zover dus niet te komen. Het is volgens Anderson met name te danken aan het feit dat wilde zwijnen zo succesvol zijn. “Meer en meer wilde zwijnen verhuisden naar de evacuatiezone.” De varkens raakten in de minderheid en hybriden paarden vaker met wilde zwijnen. “En het nageslacht daarvan – in feite gewoon behorende tot de wilde zwijnen – was in staat om in het wild te overleven en zich te verspreiden toen de evacuatiezone te dichtbevolkt werd.” En zo trok het wilde zwijn dus binnen en buiten de evacuatiezone aan het langste eind. Voor nu. “Het is interessant om te zien wat de zwijnen gaan doen als de mensen weer terugkeren.”

Bronmateriaal

"Introgression dynamics from invasive pigs into wild boar following the March 2011 natural and anthropogenic disasters at Fukushima" - Proceedings of the Royal Society B
Interview met Donovan Anderson
Afbeelding bovenaan dit artikel: iisjah from Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd