Onder de voet gelopen en vergeten: wie komt er op voor de inheemse volkeren?

Het is een ernstig en groeiend probleem: inheemse volken die – soms letterlijk – moeten vechten voor hun bestaan, terwijl de wereld de andere kant op kijkt.

Het is 2013 en Berta Cáceres verzet zich onophoudelijk tegen de komst van de Agua Zarca-Dam. De hydro-elektrische dam krijgt op dat moment gestalte in de enige en heilige rivier die het leefgebied van haar volk – de Lenca’s – doorkruist. En de komst van de dam heeft grote gevolgen voor het inheemse volk. Zo komen sommige delen van het leefgebied van de Lenca’s onder water te staan, terwijl andere delen met watertekorten te maken krijgen.

Protesten
De hydro-elektrische dam is een initiatief van het Hondurese bedrijf DESA en moet duizenden mensen van duurzame energie voorzien. Een nobel streven. Maar niemand heeft de tijd of de moeite genomen om met de Lenca’s om de tafel te gaan en de bouw van de dam en de impact die deze op hun leefgebied zal hebben, te bespreken. De Lenca’s besluiten – onder leiding van Cáceres – alsnog hun stem te laten horen en organiseren protestmarsen. Maar hoe hard de stem van de Lenca’s ook klinkt: altijd wordt deze overstemd door de stem van DESA en de Hondurese overheid. Protestmarsen worden regelmatig met geweld beëindigd en meerdere milieu-activisten vinden de dood. Daarnaast worden de protesterende Lenca’s bedreigd en lastig gevallen. Maar Berta Cáceres geeft niet op. Het zou uiteindelijk haar dood worden: op 3 maart 2016 wordt ze in haar eigen huis vermoord.

“Anderen claimen het land van de inheemse bevolking en de grondstoffen die het land voortbrengt en de lokale bevolking zal ze worst zijn”

Groeiend probleem
Het trieste verhaal van Berta Cáceres staat helaas niet op zichzelf. In het jaar 2014 alleen werden wereldwijd zeker 116 milieu-activisten gedood. Zo’n veertig procent van deze milieu-activisten kan tot een inheemse bevolking worden gerekend. En de meesten vonden – net als Cáceres – de dood tijdens conflicten over waterkrachtcentrales en mijnen. “Het is een groeiend probleem,” vertelt professor Maarten Jansen, gespecialiseerd in het erfgoed van inheemse volkeren en verbonden aan de Universiteit Leiden, aan Scientias.nl.

Tweederangs burgers
Voorafgaand aan het gesprek met Jansen heb ik me grondig verdiept in het verhaal van de Lenca’s en Berta Cáceres. En elk artikel dat ik onder ogen krijg, lijkt de Lenca’s af te schilderen als een volk zonder stem. Tweederangs burgers. Een terechte conclusie, zo vertelt Jansen mij. “Het is allemaal terug te leiden naar de kolonisatie. Een groot deel van de wereld is in de afgelopen eeuwen gekoloniseerd en vervolgens weer gedekoloniseerd, oftewel onafhankelijk geworden. Maar in veel gedekoloniseerde landen worden de koloniale structuren nog gehandhaafd. Neem bijvoorbeeld de VS. Het land werd al voor 1800 onafhankelijk. Daarop werd het land echter niet teruggegeven aan de inheemse bevolking, maar aan de nakomelingen van de kolonisators. De nieuwe machthebbers hadden eigenlijk reeds voor de dekolonisatie de macht. Het betekent dat inheemse volken ook na de dekolonisatie nog in een koloniale situatie zitten, met alle nadelen van dien.” Zo worden ze gediscrimineerd, wordt hun taal niet onderwezen op scholen en worden hun landrechten niet geaccepteerd. “Deze volken hebben vaak een orale traditie,” legt Jansen uit. Er staat niets op schrift en landrechten worden mondeling overgedragen. Maar aan die mondelinge ‘contracten’ hebben de buitenstaanders – waaronder de nationale overheid – geen boodschap. “Anderen claimen het land van de inheemse bevolking en de grondstoffen die het land voortbrengt en de lokale bevolking zal ze worst zijn.”

“Er worden projecten opgezet die een inbreuk vormen op de traditionele gebruiken van de inheemse volken”

Exploitatie
Inheemse volken worden dus onder de voet gelopen. En dat gebeurt in toenemende mate. “Er is maar één reden waarom de inheemse volkeren de kolonisatie hebben weten te overleven: omdat ze in gemarginaliseerde, moeilijk toegankelijke gebieden leven.” Lang werd er niet naar die gebieden omgekeken: er waren wel gemakkelijkere gebieden om te exploiteren. Maar dat is aan het veranderen. Steeds vaker zien bedrijven en overheden brood in het exploiteren van de wat afgelegen gebieden. “Als je nu een kaartje maakt van de gebieden die nog niet geëxploiteerd zijn en je legt dat naast het kaartje met daarop de leefgebieden van de inheemse volken, dan zul je zien dat de op beide kaarten aangegeven gebieden elkaar heel vaak overlappen.” Steeds vaker eigenen bedrijven en nationale overheden zich land van inheemse volken toe om het vervolgens te gaan exploiteren. “Er worden dan projecten opgezet die een inbreuk vormen op de traditionele gebruiken van de inheemse volken.” Oerwoud wordt omgehakt, waardoor jagers niet meer uit de voeten kunnen. Of traditionele vormen van landbouw worden onmogelijk gemaakt. En het wordt allemaal heel gemakkelijk goed gepraat, weet Jansen. “De inheemse volken worden door de overheid en bedrijven afgeschilderd als halve wilden: een sta-in-de-weg voor vooruitgang.” En maar al te vaak wordt die sta-in-de-weg met geweld of valse aanklachten uit de weg geruimd.

Nederlandse betrokkenheid

Na de moord op Berta Cáceres kwam FMO onder druk te staan: velen wilden dat de maatschappij de bouw van de dam niet langer financieel ondersteunde. FMO liet weten de dood van Cáceres te betreuren en riep op tot een diepgaand onderzoek dat moest leiden tot de arrestatie van de moordenaars. Ook legde de FMO alle activiteiten in Honduras stil. In mei 2016 werden verschillende mensen in Honduras naar aanleiding van de moord op Cáceres gearresteerd, onder hen ook iemand die verbonden is aan DESA. Op dat moment kondigde FMO aan zich uit het project terug te willen trekken.

Ontwikkelingssamenwerking
De ironie wil dat de projecten die op inheems grondgebied als paddestoelen uit de grond schieten, veelvuldig als ‘ontwikkelingswerk’ gepresenteerd worden. Zo ook de aanleg van de hydro-elektrische dam in de heilige rivier van de Lenca’s. Een project dat in eerste instantie op financiële steun van de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) kan rekenen. Iets waar je je – niet alleen in retroperspectief – over verbazen kunt. Want het schenden van de mensenrechten van inheemse volken begon heus niet toen DESA de bouw van deze dam startte, zo benadrukt Jansen. Honduras – dat in 2009 nog een staatsgreep meemaakte – staat al heel lang niet bovenaan de lijst met landen waar de mensenrechten enthousiast gehandhaafd worden. “Als je overweegt om 15 miljoen euro van de Nederlandse belastingbetaler in dit project te stoppen en je inleest in de geschiedenis van het land dan word je toch wel met enig aarzeling vervuld,” denkt Jansen. “Ik ben er absoluut voor om geld te stoppen in ontwikkelingssamenwerking en zo arme landen te compenseren voor de (koloniale) schade die ze hebben opgelopen, maar we moeten wel realistisch omgaan met de politieke situatie in andere landen en ervoor zorgen dat dat geld ook echt bij de arme en gemarginaliseerde groepen in de samenleving terechtkomt.” Met dat laatste legt Jansen de vinger op de zere plek. Want zullen de Lenca’s ooit – voor zover dat überhaupt mogelijk is – gecompenseerd worden voor de schade die zij oplopen door de aanleg van de Agua Zarca-dam? “Er worden enorme winsten gemaakt met dit soort projecten, maar die komen niet ten goede aan de inheemse volkeren. Vaak komen ze zelfs niet eens ten goede aan het eigen land, maar verdwijnen ze in de zakken van de multinationals.”

Het probleem dat Jansen schetst en dat afgelopen voorjaar zo pijnlijk zichtbaar werd in Honduras, is groot en raakt velen. Zo’n 370 miljoen mensen wereldwijd worden tot een inheemse bevolking gerekend. En velen worstelen om te overleven en hun rijke cultuur en tradities in stand te houden. “Voor sommige volken ziet de toekomst er mijns inziens somber uit,” stelt Jansen. Het tij keren, is lastig. “Als individu ben je hierin heel machteloos, wat dat betreft is het een beetje vergelijkbaar met een probleem zoals klimaatverandering.” Ook dat kunnen we niet één, twee, drie in ons eentje oplossen. Tegelijkertijd is er altijd hoop, zo benadrukt Jansen. Als voorbeeld haalt hij Groenland aan. De inheemse bevolking heeft onder kolonisator Denemarken lang geworsteld met de eigen identiteit. “Maar langzaam kwam bij de Denen het besef dat ook Groenland recht heeft op autonomie en misschien zelfs onafhankelijkheid.” En ook de situatie van enkele andere inheemse volkeren is de afgelopen decennia verbeterd. Jansen denkt dan aan de Sami in Lapland en de Maori in Nieuw-Zeeland. “Zij hebben het geluk gehad dat er eindelijk naar hen geluisterd werd.”

Bronmateriaal

Interview met Maarten Jansen
Afbeelding bovenaan dit artikel: Nsitko (via Wikimedia Commons)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd