Wat de zebravis wel weet en de farmaceutici niet

Men neme de chemische kennis van de medische wereld en de biologische kennis van de zebravis en een nieuw wapen tegen uiteenlopende ziektes is geboren. Onderzoeker Charles Hong startte in 2007 die twee met elkaar in verbinding te brengen en het lijkt erop dat de farmaceutische wereld nog van hem (en de zebravis) kan leren.

Hong onderzocht de embryo’s van zebravissen en scande deze op verbindingen die de signaaltransductie (het doorgeven van signalen binnen een cel) blokken. Bepaalde signaaltransducties worden in verband gebracht met diverse ziekteprocessen. De onderzoekers ontdekten dat dorsomorphin de BMP (Bone Morphogenetic Proteins) tegenhoudt. BMP is betrokken bij zaken als bloedarmoede, reacties op ontstekingen en botziektes.

Even leek het erop dat dorsomorphin een goede werking in de embryo’s had. Maar al snel ontdekten de wetenschappers meer. Zo blokte het ook de VEGF (Vascular Endothelial Growth Factor) waardoor de ontwikkeling van de bloedvaten werd verstoord. Deze ‘bijwerking’ staat natuurlijk in schril contrast met wat dorsomorphin bij de BMP goed doet. Hong en zijn collega’s besloten een poging te doen dorsomorphin als medicatie te gebruiken, maar dan wel zo te ontwikkelen dat van de laatste bijwerking geen sprake kon zijn. “We ontdekten al snel dat de twee effecten van dorsomorphin van elkaar gescheiden konden worden,” vertelt Hong. De zebravis kan dat zelf trouwens ook heel goed: dorsomorphin met de tweede bijwerking wordt door de embryo als gif behandeld en de ontwikkeling ervan wordt stopgezet.

Hong ontdekte – dankzij de zebravis – dat een bestaande VEGF-remmer die voor kankerpatiënten wordt ontwikkeld, vanwege slechte bijwerkingen niet goed is. De remmer had dezelfde tweezijdigheid als dorsomorphin: goede en slechte kanten. Helaas had de farmaceutische wereld verzuimd de donkere zijde ervan te belichten. Hong vond met behulp van de zebravis een betere remmer waarin een selectie werd gemaakt tussen de ene en de andere bijwerking. Daarmee komt de oude – die dus al in ontwikkeling is – in een kwaad daglicht te staan. “Als zij (het farmaceutische bedrijf) dat deel op zebravissen gestest zouden hebben, dan zouden ze snel genoeg gezien hebben dat het geen potentie had en niet selectief was.”

De farmaceutische bedrijven testen hun medicijnen in vitro (buiten het lichaam), maar in zo’n experiment komen volgens Hong lang niet alle biologische dimensies van de stoffen naar voren. Zo kan een medicijn in vitro prima werken, maar later minder effectief zijn. De zebravis laat alle dimensies wel zien: de verschillende bijwerkingen en de effectiviteit. “De traditionele aanpak kost maanden tijd, een zebravis doet dat in dag.”

De gevonden medicijnen worden in een volgend onderdeel van het onderzoek op muizen getest. De kans is groot dat de zebravis – indirect – voor medicatie voor uiteenlopende ziektes zorgt.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd