Planetoïde-inslag die dino’s fataal werd, verstoorde het klimaat sterker dan wij nu doen

De aarde warmde rap 5 graden Celsius op.

Zo’n 66 miljoen jaar geleden klapte er een enorme ruimtesteen op de aarde. Het leidde tot een massa-extinctie, waarvan de dinosaurussen het bekendste slachtoffer zijn. Over de exacte oorzaken van die massa-extinctie is al veel gespeculeerd. Sommige onderzoekers denken dat de inslag leidde tot een enorme afkoeling van de aarde; de inslag zou grote branden hebben veroorzaakt waardoor roet in de atmosfeer werd geslingerd dat zonlicht tegenhield. Die afkoeling – recent onderzoek suggereert dat de temperaturen tot wel 26 graden Celsius daalden – zou een vernietigend effect hebben gehad op de aarde. Maar er zijn ook wetenschappers die stellen dat de inslag juist leidde tot opwarming. En wel doordat er na de inslag heel veel koolstof vrijkwam uit de aardkorst en ook de branden behoorlijk wat koolstof de lucht in slingerden. En die opwarming zou vervolgens heel wat plant- en diersoorten fataal zijn geworden.

Opwarming
Beide scenario’s lijken heel aannemelijk. Maar er kan er maar eentje kloppen. Welke? Dat hebben Amerikaanse onderzoekers nu proberen vast te stellen. En ze komen tot de conclusie dat een rappe opwarming het meest aannemelijke scenario is.

Zuurstofisotopen
Ze baseren zich op in Tunesië teruggevonden resten van vissen. Denk aan botten, maar ook tanden en schubben. De resten dateerden uit de tijd vóór en de periode na de planetoïde-inslag die onder meer de dino’s fataal werd. De onderzoekers richtten zich op de verhouding tussen twee zuurstofisotopen – zuurstof-16 en zuurstof-18 – in de dierlijke resten. Die verhouding is namelijk afhankelijk van de temperatuur en veranderingen in die verhouding kunnen dan ook wijzen op een temperatuurverandering. En jawel, na de planetoïde-inslag bleek die verhouding te veranderen, waarbij zuurstof-18 afnam. Het wijst op een temperatuurstijging van zo’n 5 graden Celsius. De resten onthullen bovendien dat de temperatuur lang hoog bleef; het duurde zeker 100.000 jaar voor de aarde weer afkoelde, zo schrijven de onderzoekers in het blad Science.

Het onderzoek geeft niet alleen meer inzicht in wat er 66 miljoen jaar geleden is gebeurd. Het heeft mogelijk ook implicaties voor de toekomst. Want net als 66 miljoen jaar geleden wordt het klimaatsysteem op dit moment flink verstoord. Niet door een inslag, maar door ons mensen. Door eerdere verstoringen in het klimaatsysteem te bestuderen, kunnen we een beter beeld krijgen van de impact die de moderne verstoring op onze planeet gaat hebben. Probleem is alleen dat de meeste historische verstoringen van het klimaatsysteem veel trager gingen dan vandaag de dag en daarom niet zo representatief zijn. Deze studie laat zien dat de klimaatverandering aan het einde van het Krijt – oftewel 66 miljoen jaar geleden – daarop een uitzondering vormt. Het is de enige klimaatverandering die sneller ging en ietsje heftiger was dan de klimaatverandering waar we nu middenin zitten. En daarmee kan deze klimaatverandering ons mogelijk een beter inzicht geven in hoe onze aarde onder invloed van onze uitstoot gaat veranderen. Erg rooskleurig lijkt het er op grond van die historische klimaatverandering – die maar liefst 100.000 jaar standhield – niet uit te zien.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd